· 

I. Wat is groter: God of de Bijbel? Wat is de relatie tussen God en de Bijbel?

<*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*><*>

1. Jarenlang heeft de traditionele manier van geloven (van het Christendom, één van de drie belangrijkste religies in de wereld) van mensen bestaan uit het lezen van de Bijbel; van de Bijbel afwijken is niet het geloof in de Heer, van de Bijbel afwijken is een kwaadaardige cultus, ketterij. Zelfs wanneer mensen andere boeken lezen, dienen die boeken op een Bijbelverklaring te berusten. Dit houdt in dat als je beweert in de Heer te geloven, je de Bijbel dient te lezen. De Bijbel moet je eten en drinken zijn, en behalve de Bijbel mag je geen enkel boek vereren dat niet over de Bijbel gaat. Doe je dat wel, dan verraad je God. Vanaf het moment dat de Bijbel er was, was het geloof van de mens in de Heer het geloof in de Bijbel. Je kunt wel zeggen dat mensen in de Heer geloven, maar in plaats daarvan kun je beter zeggen dat ze in de Bijbel geloven. Beter dan te zeggen dat ze begonnen zijn de Bijbel te lezen, kun je zeggen dat ze begonnen zijn te geloven in de Bijbel. En in plaats van te zeggen dat ze tot de Heer zijn teruggekeerd, kun je beter zeggen dat ze tot de Bijbel zijn teruggekeerd. Op deze manier vereren mensen de Bijbel alsof het God is, alsof het hun levensbloed is, alsof het verlies ervan gelijk zou staan met het verlies van het leven. Mensen zien de Bijbel als net zo hoog als God, en sommigen vinden de Bijbel zelfs boven God verheven. Als mensen het zonder het werk van de Heilige Geest moeten stellen, als ze God niet kunnen voelen, dan kunnen ze toch verder gaan met hun leven. Maar zodra ze de Bijbel verliezen, of de welbekende hoofdstukken en spreuken uit de Bijbel kwijt zijn, dan lijkt het wel alsof ze hun leven verloren zijn. En dus gaan mensen de Bijbel lezen zodra ze in de Heer geloven, en leren hem van buiten. Hoe meer ze van de Bijbel uit hun hoofd kennen, des te meer dit als bewijs geldt van hun liefde voor de Heer en dat zij goede gelovigen zijn. Zij die de Bijbel hebben gelezen en er met anderen over kunnen praten zijn allemaal goede broeders en zusters. Jarenlang is geloof in en trouw aan de Heer afgemeten aan het niveau van het begrip van de Bijbel. De meeste mensen begrijpen gewoon niet waarom ze in God zouden moeten geloven, of hoe ze in God moeten geloven. Ze zijn alleen maar blindelings op zoek naar aanwijzingen om de hoofdstukken van de Bijbel te ontcijferen. De mensen hebben nooit de aanwijzingen van het werk van de Heilige Geest gevolgd. Al die tijd hebben ze slechts wanhopig de Bijbel bestudeerd en onderzocht, en niemand heeft ooit buiten de Bijbel om nieuwer werk van de Heilige Geest aangetroffen, niemand is ooit van de Bijbel afgeweken en dat heeft niemand ook ooit gedurfd. Mensen hebben al die jaren de Bijbel bestudeerd, ze hebben zoveel verklaringen gevonden en er zoveel werk in gestoken. Ze hebben ook veel verschillende meningen over de Bijbel, waar ze eindeloos over debatteren. Dit gaat zover dat er inmiddels meer dan tweeduizend denominaties zijn gevormd. Ze willen allemaal bijzondere verklaringen of diepere mysteriën vinden in de Bijbel. Ze willen de Bijbel onderzoeken en er de achtergrond van Jehova’s werk in Israël of van het werk van Jezus in Judea in ontdekken, of meer mysteriën die niemand anders kent. De manier waarop mensen de Bijbel benaderen, is er een van obsessie en geloof, en niemand kan absoluut zeker zijn van de innerlijke waarheid of het wezen van de Bijbel. Dus hebben de mensen vandaag de dag nog steeds een onbeschrijfelijk gevoel van magie waar het de Bijbel aangaat, en zijn zij er zelfs sterker op geobsedeerd en geloven zij er sterker in. Tegenwoordig wil iedereen de profetieën van het werk van de laatste dagen in de Bijbel vinden en ontdekken wat God voor werk doet in de laatste dagen, en welke tekenen van de laatste dagen zich voordoen. En zo wordt hun verering van de Bijbel nog vuriger. En hoe meer de laatste dagen naderen, hoe meer zij blindelings geloof hechten aan de profetieën van de Bijbel, vooral die over de laatste dagen. Met zo’n blind geloof in de Bijbel, met zo’n vertrouwen in de Bijbel hebben ze geen behoefte meer om het werk van de Heilige Geest te zoeken. In hun opvattingen denken de mensen dat alleen de Bijbel het werk van de Heilige Geest kan brengen, dat ze alleen in de Bijbel de voetstappen van God kunnen vinden, dat alleen in de Bijbel de mysteriën van Gods werk verborgen liggen, dat alleen de Bijbel, en geen ander boek of mens, alles van God en van Zijn gehele werk kan verklaren. De Bijbel kan het werk van de hemel naar de aarde brengen en de Bijbel kan de tijdperken beginnen en eindigen. Met zulke opvattingen heeft de mens niet de neiging op zoek te gaan naar het werk van de Heilige Geest. Hoezeer de Bijbel de mensen in het verleden dus ook heeft geholpen, nu is het een belemmering geworden voor Gods meest recente werk. Zonder de Bijbel kunnen mensen op andere plaatsen naar Gods voetstappen zoeken. Maar nu zijn Zijn voetstappen door de Bijbel ingesloten en is het twee keer zo moeilijk geworden Zijn meest recente werk uit te breiden; een zware strijd. Dit komt allemaal door de bekende hoofdstukken en spreuken uit de Bijbel en door de verschillende profetieën van de Bijbel. Voor de mensen is de Bijbel een afgodsbeeld geworden, het is een puzzel in hun brein geworden. Ze kunnen gewoon niet geloven dat God zonder de Bijbel kan werken, dat mensen buiten de Bijbel God kunnen vinden. En ze kunnen al helemaal niet geloven dat God van de Bijbel kan afwijken bij het eindwerk en opnieuw kan beginnen. Dat is ondenkbaar voor de mensen, ze kunnen het niet geloven en zich ook niet voorstellen. De Bijbel is voor de mensen een grote belemmering geworden om Gods nieuwe werk te aanvaarden, en een moeilijkheid voor het verbreden door God van dit nieuwe werk.

 

uit ‘Over de Bijbel (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

2. Tegenwoordig denken mensen dat de Bijbel God is, en dat God de Bijbel is. En zo denken ze ook dat alle woorden van de Bijbel de enige woorden zijn die God heeft gesproken, en dat ze allemaal door God zijn geuit. Gelovigen in God denken zelfs dat, ook al zijn de zesenzestig boeken van het Oude en het Nieuwe Testament door mensen geschreven, ze allemaal door Gods inspiratie zijn gegeven en een verslag vormen van de uitspraken van de Heilige Geest. Dit is het onjuiste begrip van de kant van de mens, en het komt niet helemaal overeen met de feiten. Behalve de profetie boeken is het grootste deel van het Oude Testament in feite geschiedkundige verslaglegging. Sommige brieven uit het Nieuwe Testament komen voort uit ervaringen van mensen, en sommigen uit de verlichting door de Heilige Geest. De brieven van Paulus bijvoorbeeld, vloeiden voort uit het werk van een mens, ze waren allemaal het resultaat van de verlichting door de Heilige Geest, en ze waren voor de kerken geschreven, het waren aansporende en bemoedigende woorden voor de broeders en zusters van de kerken. Het waren geen woorden die door de Heilige Geest waren gesproken – Paulus kon niet namens de Heilige Geest spreken. Ook was hij geen profeet, laat staan dat hij de visioenen zag die Johannes aanschouwd had. Zijn brieven waren voor de kerken van Efeze, Philadelphië en Galatië en andere kerken. […] Als mensen de brieven of woorden zoals die van Paulus als uitspraken van de Heilige Geest beschouwen en deze aanbidden als God, dan kun je alleen maar zeggen dat ze geen onderscheid weten te maken. Om het harder te stellen: is dit geen godslastering? Hoe kan een mens namens God praten? En hoe kunnen mensen buigen voor de verslagen van zijn brieven en de woorden die hij heeft gesproken alsof zij een heilig boek zijn, of een hemels boek? Kunnen Gods woorden terloops door een mens worden geuit? Hoe kan een mens namens God praten?

 

uit ‘Over de Bijbel (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

3. Zelfs nog meer mensen geloven dat wat het nieuwe werk van God ook is, het onderbouwd moet zijn door profetieën, en dat in ieder stadium van het werk aan iedereen die Hem met een oprecht hart volgt ook openbaringen getoond moeten worden, anders zou dat werk nooit van God kunnen zijn. Het is al geen gemakkelijke opgave voor de mens om God te leren kennen. Als je daarbij het absurde hart en de opstandige natuur van gewichtigheid en verwaandheid van de mens optelt, is het nog veel moeilijker voor de mens om het nieuwe werk van God te aanvaarden. De mens bestudeert het nieuwe werk van God niet zorgvuldig, maar accepteert het ook niet deemoedig; de mens neemt liever een geringschattende houding aan en wacht op de openbaring en begeleiding van God. Is dit niet het gedrag van een mens die tegen God in opstand komt en zich tegen Hem verzet? Hoe kan zo iemand Gods goedkeuring verkrijgen?

 

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

4. In de tijd van Jezus leidde Hij de Joden en allen die Hem volgden in overeenstemming met het werk dat de Heilige Geest in die tijd in Hem verichtte. Hij baseerde Zijn handelingen niet op de Bijbel, maar sprak in overeenstemming met Zijn werk. Hij schonk geen aandacht aan wat de Bijbel zei en zocht niet in de Bijbel naar een pad om Zijn volgers langs te leiden. Meteen vanaf het moment dat Hij begon te werken, verspreidde Hij de weg van berouw – een woord waarvan absoluut nog geen sprake was geweest in de profetieën van het Oude Testament. Hij handelde niet alleen niet volgens de Bijbel, maar leidde ook een nieuw pad en deed nieuw werk. Nooit verwees Hij in Zijn predikingen naar de Bijbel. Tijdens het Tijdperk van de Wet was er nooit iemand in staat geweest Zijn wonderen te verrichten, zoals het genezen van zieken en het uitdrijven van demonen. Dat gold ook voor Zijn werk, Zijn leer, en het gezag en de kracht van Zijn woorden onder alle mensen in het Tijdperk van de Wet. Jezus deed gewoon Zijn nieuwere werk, en al veroordeelden velen Hem met de Bijbel in de hand, en gebruikten ze zelfs het Oude Testament om Hem te kruisigen, toch oversteeg Zijn werk het Oude Testament. Waarom nagelden de mensen Hem anders aan het kruis? Was dat niet omdat er niets in het Oude Testament stond over Zijn leer, Zijn gave om de zieken te genezen en de demonen uit te drijven? Zijn werk was er om op een nieuw pad voor te gaan, niet om opzettelijk het gevecht tegen de Bijbel aan te gaan of om zich opzettelijk van het Oude Testament te ontdoen. Hij was gewoon gekomen om Zijn bediening uit te voeren, om het nieuwe werk te brengen onder hen die naar Hem verlangden en op zoek waren. He was niet gekomen om het Oude Testament uit te leggen of het werk te bevestigen. Zijn werk was niet om de ontwikkelingen van het Tijdperk van de Wet te laten doorgaan, want Zijn werk schonk er geen aandacht aan of het op de Bijbel was gebaseerd. Jezus is gewoon gekomen om het werk te doen dat Hij moest doen. En zo verklaarde Hij geen profetieën van het Oude Testament en werkte Hij ook niet volgens de woorden van het Tijdperk van de Wet in het Oude Testament. Hij negeerde wat er in het Oude Testament stond, Hij gaf er niets om of het met Zijn werk overeenkwam of niet, en gaf er ook niets om wat anderen van Zijn werk wisten of hoe zij het veroordeelden. Hij ging gewoon door met het werk dat Hij moest doen, ook al gebruikten veel mensen de voorspellingen van de profeten uit het Oude Testament om Hem te veroordelen. Het leek de mensen toe alsof Zijn werk nergens op gestoeld was, en veel van het werk was in conflict met wat er in het Oude Testament stond. Zat de mens er hier niet naast? Moet doctrine op het werk van God worden toegepast? En moet het overeenkomen met de voorspellingen van de profeten? Want wat is uiteindelijk groter: God of de Bijbel? Waarom moet Gods werk met de Bijbel overeenkomen? Kan het zijn dat God het recht niet heeft de Bijbel te overtreffen? Kan God niet afwijken van de Bijbel en ander werk doen? Waarom hielden Jezus en Zijn discipelen zich niet aan de Sabbat? Als Hij Zich aan de Sabbat moest houden en volgens de geboden uit het Oude Testament moest praktiseren, waarom hield Jezus Zich dan niet aan de Sabbat nadat Hij gekomen was, maar waste Hij voeten, bedekte hoofd, brak brood en dronk wijn? Ontbreekt dit niet allemaal aan de geboden van het Oude Testament? Als Jezus het Oude Testament eerde, waarom trotseerde Hij de doctrines dan? Je dient te weten wat eerst kwam, God of de Bijbel! Hij was de Heer van de Sabbat, kon Hij dan niet ook de Heer van de Bijbel zijn?

 

[…] Zo zei Hij: “Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.” In overeenstemming met wat Hij heeft bereikt is er zo dus met veel doctrines gebroken. Op de sabbat nam Hij de discipelen mee naar de graanvelden om de korenaren te plukken en op te eten, Hij hield zich niet aan de Sabbat, en zei “De Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.” Toentertijd werd eenieder die zich niet aan de Sabbat hield gestenigd tot de dood volgens de regels van de Israëlieten. Maar Jezus ging de tempel niet binnen en hield zich ook niet aan de Sabbat, en Zijn werk was niet door Jehova gedaan in de tijd van het Oude Testament. Dus stond het werk van Jezus boven de wet van het Oude Testament, het was meer verheven en kwam er niet mee overeen. Tijdens het Tijdperk van Genade werkte Jezus niet volgens de wet van het Oude Testament, Hij had de doctrines getrotseerd. Tegenwoordig zijn er nog steeds mensen die voor de Bijbel pleiten, en met name voor de wet van het Oude Testament. Verloochenen ze hierdoor het werk van Jezus niet? Sommigen zeggen: “De Bijbel is een heilig boek en het moet gelezen worden.” Sommigen zeggen: “Gods moet voor altijd gehandhaafd blijven, het Oude Testament is het verbond van God met de Israëlieten, en er kan niet van worden afgezien, dat de sabbat voor altijd geheiligd moet blijven! Zijn ze niet belachelijk? Waarom hield Jezus zich niet aan de sabbat? Zondigde Hij? Wie kan zulke dingen volledig begrijpen?

 

uit ‘Over de Bijbel (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

5. De uitspraken en het werk van Jezus waren in die tijd niet volgens de leer en Hij voerde Zijn werk niet uit volgens het werk van de wet van het Oude Testament. Het was volgens het werk dat gedaan moest worden in het Tijdperk van Genade. Hij werkte volgens het werk dat Hij had voortgebracht, volgens Zijn eigen plan en volgens Zijn bediening. Hij werkte niet in overeenstemming met de wet van het Oude Testament. Niets wat Hij deed was in overeenstemming met de wet van het Oude Testament en Hij is niet gekomen om te werken om de woorden van de profeten te vervullen. Elk stadium van Gods werk was niet speciaal om de voorspellingen van de oude profeten te vervullen en Hij is niet gekomen om zich te houden aan de leer of bewust de voorspellingen van de oude profeten uit te voeren. Maar Zijn daden verstoorden de voorspelling van de oude profeten ook niet en ze verstoorden ook niet het werk dat Hij eerder had gedaan. Het meest in het oog springende punt van Zijn werk was dat Hij zich niet hield aan een leer en het werk deed dat Hij Zelf moest doen. Hij was geen profeet of ziener, maar een doener, die daadwerkelijk was gekomen om het werk te doen dat Hij moest doen, en om Zijn nieuwe tijdperk te openen en Zijn nieuwe werk te doen. Natuurlijk vervulde Jezus toen Hij Zijn werk kwam doen, ook veel van de woorden die door de oude profeten waren gesproken in het Oude Testament. Zo heeft het werk van vandaag ook voorspellingen van de oude profeten van het Oude Testament laten uitkomen. Het is alleen dat ik die ‘vergeelde oude almanak’ niet omhoog houd, dat is alles. Omdat er meer werk is dat ik moet doen, er zijn meer woorden die ik tot jullie moet spreken en dit werk en deze woorden zijn veel belangrijker dan het verklaren van passages uit de Bijbel. Want zulk werk heeft geen echte betekenis of waarde voor jullie en kan jullie niet helpen of veranderen. Ik wil het nieuwe werk niet doen omwille van het vervullen van een passage uit de Bijbel. Als God alleen op aarde is gekomen om de woorden van de oude profeten van de Bijbel in vervulling te laten gaan, wie is dan groter, de geïncarneerde God of die oude profeten? Tenslotte, hebben de profeten het voor het zeggen over God, of heeft God het voor het zeggen over de profeten? Hoe verklaar je die woorden?

 

uit ‘Over titels en identiteit’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

6. Het werk van God gaat door. Het doel van Zijn werk blijft weliswaar onveranderd, maar de middelen waarmee Hij werkt veranderen voortdurend. Dus veranderen Zijn volgelingen ook. Hoe meer werk van God er is, hoe beter de mens God leert kennen, en de gezindheid van de mens verandert met Zijn werk mee. Maar omdat het werk van God steeds verandert, worden zij die het werk van de Heilige Geest niet kennen en de absurde mensen die de waarheid niet kennen, tegenstanders van God. Het werk van God zal nooit op de opvattingen van de mens worden afgestemd, want Zijn werk is altijd nieuw en nooit oud. Nooit herhaalt Hij Zijn oude werk, Hij werkt liever gestaag door aan wat nooit eerder is gedaan. Omdat God Zijn werk nooit herhaalt en de mens steevast Gods huidige werk op basis van Zijn werk in het verleden beoordeelt, is het bijzonder moeilijk voor God om ieder stadium van het werk van het nieuwe tijdperk uit te voeren. De mens werpt veel te veel hindernissen op! De mens denkt veel te bekrompen! Niemand kent het werk van God, maar toch definieert iedereen Zijn werk. Als de mens weg is bij God verliest hij zijn leven, de waarheid en de zegen van God. Toch aanvaardt de mens het leven en de waarheid niet, net zomin als de hogere zegeningen die God de mensheid schenkt. Alle mensen willen God winnen maar kunnen toch geen verandering in Gods werk verdragen. Zij die het nieuwe werk van God niet aanvaarden geloven dat het werk van God onveranderlijk is, en dat Gods werk voor eeuwig stil blijft staan. Zij geloven dat ze zich alleen maar aan de wet hoeven te houden om de eeuwige redding van God te ontvangen en dat zolang ze maar berouw tonen en hun zonden opbiechten Gods wil voor altijd tevreden gesteld zal zijn. Ze menen dat God voor de mens slechts de God van de wet en de God die aan het kruis was genageld kan zijn; ze menen ook dat God de Bijbel niet mag en kan ontstijgen. Juist deze meningen hebben hen stevig aan de oude wet verankerd en aan strikte regelingen vastgeketend.

 

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

7. De Joden lazen in die tijd allemaal het Oude Testament en kenden Jesaja’s voorspelling dat er een mannelijk kind in een kribbe zou worden geboren. Waarom vervolgden ze Jezus dan, als ze dit wisten? Is dat niet vanwege hun opstandige natuur en de onbekendheid met het werk van de Heilige Geest? In die tijd geloofden de farizeeërs dat het werk van Jezus niet leek op datgene wat ze wisten van het voorspelde mannelijke kind; de huidige mens verwerpt God omdat het werk van de vleesgeworden God niet overeenkomt met de Bijbel. Is de essentie van hun opstandigheid jegens God niet dezelfde? Kun jij zo zijn dat je zonder vragen al het werk van de Heilige Geest aanvaardt? Als het het werk van de Heilige Geest is, zit je in de juiste richting. Dat moet je aanvaarden zonder de minste twijfel in plaats van uit te kiezen wat je wel en wat je niet aanvaardt. Als je enige kennis van God verwerft en daar voorzichtig mee omgaat, is dat dan niet een daad die nergens voor nodig is? Wat je zou moeten doen is al het werk accepteren, zonder verdere onderbouwing door de Bijbel nodig te hebben, zolang het van de Heilige Geest komt, want je gelooft in God om Hem te volgen, niet om Hem te onderzoeken. Je moet niet verder op zoek gaan naar bewijs waarmee ik kan laten zien dat ik jouw God ben. Je kunt beter onderscheiden of ik jou tot voordeel kan strekken; dat is de kern. Zelfs als je veel onweerlegbaar bewijs in de Bijbel hebt gevonden, kan dit je niet geheel voor mij leiden. Jij bent zo iemand die binnen de grenzen van de Bijbel leeft, en niet voor mij; de Bijbel zal je niet helpen mij te leren kennen of je liefde voor mij te verdiepen. […] In ieder tijdperk heeft het werk van God duidelijke grenzen. Hij voert alleen het werk van het lopende tijdperk uit, en nooit voert Hij het volgende stadium van het werk alvast uit. Alleen zo kan Zijn werk dat representatief is voor ieder tijdperk naar voren treden. Jezus had alleen over de tekenen van de laatste dagen gesproken, over hoe je geduld moet hebben en hoe je gered kunt worden, hoe je berouw moet tonen en moet biechten, en hoe je het kruis moet dragen en het lijden volhouden. Hij heeft nooit gesproken over hoe de mens in de laatste dagen binnen moet gaan of hoe hij ernaar moet streven om aan Gods wil te voldoen. Zou het als zodanig niet een blijk van misvatting zijn om in de Bijbel naar Gods werk van de laatste dagen te gaan zoeken? Wat kun je precies zien als je de Bijbel in je handen houdt? Al is men Bijbelverklaarder of een prediker, wie kan voorkennis hebben van het huidige werk?

 

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

8. De Joodse farizeeën gebruikten de wet van Mozes om Jezus te veroordelen. Ze zochten niet naar verenigbaarheid met de Jezus van die tijd, maar volgden ijverig de wet naar de letter en gingen zelfs zo ver dat ze uiteindelijk de onschuldige Jezus aan het kruis nagelden, nadat ze Hem ervan beschuldigden dat Hij de Oudtestamentische wet niet naleefde en dat Hij de Messias niet was. Wat was hun essentie? Was het niet, dat ze niet zochten naar de weg van verenigbaarheid met de waarheid? Ze waren geobsedeerd door elk woord van de Schrift, terwijl ze geen aandacht schonken aan mijn wil en de stappen en methoden van mijn werk. Het waren geen mensen die de waarheid zochten, maar mensen die stug de woorden van de Schrift volgden; het waren geen mensen die in God geloofden, maar mensen die in de Bijbel geloofden. In wezen waren zij waakhonden van de Bijbel. Om de belangen van de Bijbel te beschermen en de waardigheid van de Bijbel te handhaven en de reputatie van de Bijbel te beschermen, gingen ze zo ver dat ze de genadige Jezus aan het kruis nagelden. Dit deden ze alleen om de Bijbel te verdedigen en om de status van elk woord van de Bijbel in de harten van mensen te handhaven. Dus gaven ze de voorkeur aan het verzaken van hun toekomst en het zondoffer, om Jezus, die Zich niet aan de doctrine van de Schrift hield, ter dood te veroordelen. Waren zij niet de lakeien van elk woord van de Schrift?

 

En hoe zit het met de mensen tegenwoordig? Christus is gekomen om de waarheid vrij te geven, maar zij willen Hem liever uit de mensheid verdrijven om zodoende de hemel binnen te gaan en genade te ontvangen. Ze zouden de komst van de waarheid liever volledig ontkennen om de belangen van de Bijbel te beschermen en zouden liever de Christus die het vlees weer aannam opnieuw aan het kruis nagelen om het eeuwige bestaan van de Bijbel te garanderen. […] De mens zoekt naar verenigbaarheid met woorden, met de Bijbel, maar toch nadert geen enkele persoon tot mij om de weg van verenigbaarheid met de waarheid te zoeken. De mens kijkt naar mij op in de hemel en besteedt bijzondere zorg aan mijn bestaan in de hemel, maar niemand geeft om mij in het vlees, want ik die onder de mensen leef, ben gewoon te onbeduidend. Degenen die alleen naar verenigbaarheid met de woorden van de Bijbel zoeken en die alleen naar verenigbaarheid met een vage God zoeken, zijn voor mij een ellendige vertoning. Dat is omdat wat ze aanbidden dode woorden zijn en een God die in staat is om ze ongekende schatten te geven. Wat zij aanbidden is een God die Zichzelf overgeeft aan de genade van de mens en die niet bestaat. Wat kunnen zulke mensen dan van mij verkrijgen? De mens is simpelweg te min voor woorden. Degenen die tegen mij zijn, die ongebreidelde eisen aan mij stellen, die geen liefde voor de waarheid hebben, die opstandig zijn jegens mij – hoe zouden die verenigbaar met mij kunnen zijn?

 

uit ‘Je zou de weg van verenigbaarheid met Christus moeten zoeken’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

9. Er zijn mensen die zeggen dat ze dat wel zijn, maar die allen vage idolen aanbidden. Hoewel ze mijn naam als heilig erkennen, begaan ze een pad dat tegengesteld loopt aan mij en hun woorden zijn vol arrogantie en zelfvertrouwen, omdat ze allemaal fundamenteel tegen mij zijn en niet verenigbaar met mij. Elke dag zoeken ze naar sporen van mij in de Bijbel en vinden willekeurig 'passende' passages die ze eindeloos lezen en die ze reciteren als geschriften. Ze weten niet hoe ze met mij verenigbaar kunnen zijn, weten niet wat het betekent om in vijandschap met mij te zijn en lezen de geschriften slechts blindelings. Ze beperken binnen de Bijbel een vage God die ze nooit hebben gezien en ze zijn niet bij machte om die te zien en ze kijken wel als ze eens vrije tijd hebben. Ze geloven alleen in mijn bestaan binnen de reikwijdte van de Bijbel. Voor hen ben ik hetzelfde als de Bijbel; zonder de Bijbel ben ik er niet en zonder mij is er geen Bijbel. Ze besteden geen aandacht aan mijn bestaan of daden, maar in plaats daarvan besteden ze extreme en speciale aandacht aan elk afzonderlijk woord van de Schrift en velen van hen geloven zelfs dat ik niets dat ik zou willen doen zou moeten doen, tenzij het door de Schrift is voorzegd. Ze hechten teveel waarde aan de Schrift. Je zou kunnen zeggen dat ze woorden en uitdrukkingen als te belangrijk zien en gaan zelfs zo ver dat ze verzen uit de Bijbel gebruiken om elk woord dat ik zeg af te wegen en om mij te veroordelen. Wat zij zoeken is niet de weg van verenigbaarheid met mij, of de weg van verenigbaarheid met de waarheid, maar de weg van verenigbaarheid met de woorden van de Bijbel en zij geloven dat alles wat niet overeenkomt met de Bijbel, zonder uitzondering, niet mijn werk is. Zijn zulke mensen niet de plichtsgetrouwe afstammelingen van de farizeeën?

 

uit ‘Je zou de weg van verenigbaarheid met Christus moeten zoeken’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

10. Degenen die alleen om de woorden van de Bijbel geven, die zich niet bekommeren om de waarheid of mijn voetsporen zoeken – zij zijn tegen mij, want zij beperken mij volgens de Bijbel en beperken mij in de Bijbel en zijn zo extreem godslasterlijk naar mij. Hoe zouden zulke mensen voor mijn aangezicht kunnen komen? Ze geven geen aandacht aan mijn daden, of mijn wil, of de waarheid, maar in plaats daarvan obsederen ze over woorden, woorden die doden. Hoe zouden zulke mensen verenigbaar met mij kunnen zijn?

 

uit ‘Je zou de weg van verenigbaarheid met Christus moeten zoeken’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

11. De Bijbel is een geschiedkundig verslag van Gods werk in Israël en het documenteert veel van de voorspellingen van de oude profeten en ook sommige van de uitspraken van Jehova bij Zijn werk van die tijd. Alle mensen zien dit boek dus als heilig (want God is heilig en groot). Dit is natuurlijk allemaal het resultaat van hun verering van Jehova en hun aanbidding van God. De mensen slaan dit boek er alleen maar zo op na omdat de scheppingen van God zo vererend en vol bewondering zijn voor hun Schepper, en er zijn zelfs mensen die dit boek een hemels boek noemen. Maar in feite is het niet meer dan een menselijk verslag. Jehova heeft het niet persoonlijk een naam gegeven en Hij heeft de totstandkoming ook niet persoonlijk begeleid. Met andere woorden, dit boek is niet door God geschreven maar door mensen. De ‘Heilige’ Schrift is slechts de eerbiedige titel die het van de mens heeft gekregen. Jehova en Jezus hadden deze titels niet gekozen na een onderlinge discussie; het is niet meer dan een menselijk idee. Dit boek was immers niet door Jehova geschreven, laat staan door Jezus. Integendeel, het bevat het relaas dat wordt verhaald door vele oude profeten, apostelen en zieners die door latere generaties verzameld werden in een boek met oude geschriften dat de mensen in het bijzonder heilig toeschijnt. Een boek, waarvan zij denken dat het veel ondoorgrondelijke en diepe mysteriën bevat die toekomstige generaties slechts hoeven te ontsluieren.

 

uit ‘Over de Bijbel (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

12. Het Oude Testament is het werk van God tijdens het Tijdperk van de Wet. Het Oude Testament van de Bijbel legt al het werk van Jehova vast tijdens het Tijdperk van de Wet en Zijn scheppingswerk. Het geheel is een verslag van het werk dat Jehova heeft uitgevoerd, en uiteindelijk beëindigt het de verhalen van Jehova’s werk met het boek Maleachi. In het Oude Testament staan twee delen van het werk dat God gedaan heeft: het ene is het scheppingswerk, het andere het uitvaardigen van de wet. Beiden waren het werk dat Jehova uitvoerde. Het Tijdperk van de Wet vertegenwoordigt Gods werk onder de naam Jehova; het is het geheel van het werk dat in de eerste plaats onder de naam Jehova is verricht. Het Oude Testament is dus een verslag van Jehova’s werk, en het Nieuwe Testament een verslag van Jezus’ werk dat in de eerste plaats onder de naam Jezus is verricht. Het grootste deel van het belang van de naam Jezus en het werk dat Hij deed staat in het Nieuwe Testament beschreven. Gedurende het Oude Testament in het Tijdperk van de Wet bouwde Jehova de tempel en het altaar in Israël, Hij leidde het leven op aarde van de Israëlieten, en bewees dat zij Zijn uitverkoren volk waren, de eerste groep mensen die Hij op aarde uitverkoos en die naar Zijn hart waren, de eerste groep die Hij persoonlijk leidde. Dit wil zeggen dat de twaalf stammen van Israël de eerste uitverkorenen van Jehova waren en dat Hij dus altijd in hen werkte tot het moment dat Jehova’s werk in het Tijdperk van de Wet ten einde was. De tweede fase van het werk was het werk van het Tijdperk van Genade in het Nieuwe Testament. Dit werd uitgevoerd in de stam van Juda, een van de twaalf stammen van Israël. Dat het werk minder ver reikte, kwam doordat Jezus de vleesgeworden God was. Jezus werkte slechts in heel het land Judea en dit slechts drieënhalf jaar. Zo kan wat in het Nieuwe Testament is opgetekend nooit de hoeveelheid werk in het Oude Testament overtreffen. Het werk van Jezus tijdens het Tijdperk van Genade is voornamelijk in de vier evangeliën vastgelegd. De mensen in het Tijdperk van Genade liepen vooral op het pad van de meest oppervlakkige verandering in hun levensgezindheid. Het grootste deel hiervan is in de brieven terug te vinden.

 

uit ‘Over de Bijbel (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

13. De boeken van het evangelie van het Nieuwe Testament zijn twintig tot dertig jaar na de kruisiging van Jezus geschreven. Voordien las het volk van Israël alleen het Oude Testament. Dat wil zeggen dat aan het begin van het Tijdperk van Genade de mensen het Oude Testament lazen. Het Nieuwe Testament verscheen pas in het Tijdperk van Genade. Het Nieuwe Testament bestond nog niet toen Jezus aan het werk was. De mensen hebben Zijn werk vastgelegd na Zijn wederopstanding en hemelvaart. Toen waren de vier evangeliën er pas, en daarbij waren er ook nog de brieven van Paulus en Petrus, en het boek van de Openbaring. Pas meer dan driehonderd jaar nadat Jezus ten hemel is gevaren, toen de volgende generaties hun verslagen nauwkeurig vergeleken, ontstond het Nieuwe Testament. Pas toen dit werk voltooid was, was het Nieuwe Testament er. Voordien had het niet bestaan. […] Wat zij vastlegden, kun je zeggen, was naar het niveau van hun opleiding en menselijk kaliber. Wat zij vastlegden waren de ervaringen van de mens en ze hadden allemaal hun eigen manier van vastleggen en weten, en ieder verslag was anders. Daarom ben je uitermate onontwikkeld en dom als je de Bijbel als God vereert!

 

uit ‘Over de Bijbel (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

14. Wat er in de Bijbel is opgetekend, is beperkt; dat kan het gehele werk van God niet vertegenwoordigen. De vier evangeliën bestaan in totaal uit nog geen honderd hoofdstukken, waarin een beperkt aantal gebeurtenissen is geschreven, zoals Jezus die de vijgenboom vervloekt, Petrus die de Heer drie keer verloochent, Jezus die na Zijn kruisiging en opstanding aan de discipelen verschijnt, leringen over vasten, leringen over gebed, leringen over echtscheiding, de geboorte en het geslachtsregister van Jezus, Jezus’ aanstelling van de discipelen enzovoort. Mensen waarderen ze echter als schatten en beoordelen het werk van vandaag zelfs aan de hand ervan. Ze geloven zelfs dat al het werk dat Jezus in Zijn leven deed maar tot zover strekte, alsof God maar zoveel kon doen en verder niets. Is dit niet absurd?

 

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

15. Zo kan het lezen van de Bijbel de mensen ook veel wegen van leven bieden, die in andere boeken niet te vinden zijn. Het is de weg van leven van het werk van de Heilige Geest die de profeten en apostelen hebben ervaren in de voorbije tijden, en veel van de woorden zijn waardevol en weten de mensen te schenken wat ze nodig hebben. Daarom lezen alle mensen graag de Bijbel. Omdat er zoveel verstopt zit in de Bijbel, kijken de mensen er anders tegenaan dan tegen de geschriften van de grote spirituele figuren. De Bijbel is een verslag en een verzameling van de ervaringen en de kennis van mensen die Jehova en Jezus dienden in het oude en in het nieuwe tijdperk, en daarom hebben latere generaties er veel verlichting en illuminatie uit weten te halen, en wegen om te oefenen. De reden waarom de Bijbel boven de geschriften staat van iedere grote spirituele figuur is dat al hun geschriften op de Bijbel zijn gebaseerd, hun ervaringen allemaal uit de Bijbel komen en ze allemaal de Bijbel verklaren. Hoewel mensen dus wel steun uit de boeken van grote spirituele figuren kunnen halen, aanbidden ze de Bijbel nog steeds, want deze lijkt hun zo hoogstaand en wijs! En hoewel de Bijbel sommige van de boeken van de woorden van het leven bijeenbrengt, zoals de brieven van Paulus en van Petrus, en hoewel mensen steun en hulp uit deze boeken kunnen halen, zijn deze boeken toch verouderd, ze horen nog thuis in de oude tijd. Hoe goed ze ook zijn, ze zijn alleen geschikt voor een bepaalde periode, en ze zijn niet voor eeuwig. Gods werk ontwikkelt zich immers voortdurend en kan niet gewoon ophouden in de tijd van Paulus of Petrus, of altijd in het Tijdperk van Genade blijven waarin Jezus gekruisigd werd. Daarom zijn deze boeken alleen geschikt voor het Tijdperk van Genade en niet voor het Tijdperk van het Koninkrijk van de laatste dagen. Ze hebben alleen de gelovigen van het Tijdperk van Genade iets te bieden, niet de heiligen van het Tijdperk van het Koninkrijk. Hoe goed ze ook zijn, ze zijn nog steeds achterhaald. Dit geldt ook voor het scheppingswerk van Jehova of voor Zijn werk in Israël: Hoe groots dit werk ook is geweest, het is toch verouderd en er zou toch een tijd komen waarin het voorbij was. Ook het werk van God is hetzelfde: Het is groots, maar er komt een moment waarop het eindigt: het kan niet altijd bij het werk van de schepping of bij dat van de kruisiging blijven. Hoe overtuigend het werk van de kruisiging ook is, hoe effectief in het verslaan van Satan, werk blijft uiteindelijk werk, en de tijdperken blijven uiteindelijk tijdperken. Werk kan niet altijd op hetzelfde fundament blijven staan en tijden kunnen niet onveranderlijk zijn, want er was een schepping en er moeten dus laatste dagen zijn. Dat is onvermijdelijk! De woorden van het leven in het Nieuwe Testament – de brieven van de apostelen en de Vier Evangeliën – zijn nu dus geschiedkundige boeken geworden, oude almanakken. Hoe kunnen de oude almanakken de mensen het nieuwe tijdperk binnenleiden? Hoe kundig deze oude almanakken ook zijn om de mensen van leven te voorzien, hoe bekwaam ze ook zijn om de mensen naar het kruis te leiden, zijn ze niet verouderd? Hebben ze hun waarde niet verloren?

 

uit ‘Over de Bijbel (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

16. Deze is namelijk slechts een geschiedkundig verslag van het werk van God, en een getuigenis van de vorige twee stadia van het werk van God. De Bijbel biedt je geen begrip van het doel van het werk van God. Iedereen die de Bijbel heeft gelezen weet dat deze de twee stadia van het werk van God documenteert tijdens het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade. Het Oude Testament is een kroniek van de geschiedenis van Israël en het werk van Jehova vanaf de schepping tot het einde van het Tijdperk van de Wet. Het Nieuwe Testament legt het werk van Jezus op aarde vast in de Vier Evangeliën, en daarnaast het werk van Paulus; dan is het toch een geschiedkundig verslag? Wanneer je dingen uit het verleden nu naar boven haalt, maak je er geschiedenis van. Hoe waar of echt ze ook zijn, het is nog steeds geschiedenis. En geschiedenis gaat niet over het heden. God kijkt immers niet terug op de geschiedenis! Als je dus alleen de Bijbel begrijpt, maar niets begrijpt van het werk dat God vandaag van plan is te doen, en als je in God gelooft, maar niet op zoek bent naar het werk van de Heilige Geest, dan begrijp je niet wat het inhoudt om God te zoeken. Als je de Bijbel leest om de geschiedenis van Israël te bestuderen, om wetenschappelijk onderzoek te doen naar de geschiedenis van Gods schepping van alle hemelen en de aarde, dan geloof je niet in God. Maar omdat je nu in God gelooft en het leven nastreeft, omdat je kennis van God nastreeft en niet dode letters, doctrines of begrip van de geschiedenis, moet je op zoek naar Gods huidige wil en moet je de aanwijzing zoeken in het werk van de Heilige Geest. Als je archeoloog was zou je de Bijbel kunnen lezen, maar dat ben je niet. Jij bent een van de mensen die in God geloven en je doet er goed aan op zoek te gaan naar de huidige wil van God.

 

uit ‘Over de Bijbel (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

17. Als je het werk van het Tijdperk van de Wet wilt zien en wilt zien hoe de Israëlieten Jehova’s weg volgden, dan moet je het Oude Testament lezen. Als je het werk van het Tijdperk van Genade wilt begrijpen, dan moet je het Nieuwe Testament lezen. Maar hoe zie je het werk van de laatste dagen? Je moet het leiderschap van de hedendaagse God aanvaarden en het werk van vandaag binnengaan. Want dit is het nieuwe werk en het is voorheen door niemand in de Bijbel opgeschreven. God is nu vleesgeworden en heeft andere uitverkorenen aangewezen in China. God werkt in deze mensen, Hij zet Zijn werk op aarde voort, gaat door waar Hij bij het werk van het Tijdperk van Genade was gebleven. Het werk van vandaag is een pad waar niemand ooit op heeft gelopen, een weg die niemand nog ooit heeft gezien. Het is werk dat nooit eerder is gedaan – het is Gods meest recente werk op aarde. Werk dat nooit eerder is gedaan is dus geen geschiedenis, want nu is nu en moet nog verleden tijd worden. Mensen weten niet dat God grootser, nieuwer werk op aarde heeft verricht en buiten Israël, dat het werk allang buiten de grenzen van Israël is getreden en de voorspellingen van de profeten heeft overtroffen, dat het nieuw en wonderbaarlijk werk is buiten de profetieën om en nieuwer werk buiten Israël en werk dat mensen niet kunnen waarnemen of zich kunnen voorstellen. Hoe zou de Bijbel een uitvoerig verslag van dergelijk werk kunnen bevatten? Wie zou ieder detail van het hedendaagse werk vooraf kunnen vastleggen, zonder iets weg te laten? Wie zou dit machtigere, wijzere werk, dat de conventies trotseert, in het oude stoffige boek vast kunnen leggen? Het werk van vandaag is geen geschiedenis. Als je dus het nieuwe pad van vandaag wil begaan, moet je de Bijbel achter je laten, moet je verder gaan dan de profetieboeken of de geschiedenis in de Bijbel. Dan zul je pas het nieuwe pad juist weten te bewandelen, dan zul je pas het nieuwe rijk en het nieuwe werk binnen weten te gaan. Je moet begrijpen waarom er nu van je gevraagd wordt de Bijbel niet te lezen, waarom er separaat van de Bijbel ander werk is, waarom God niet op zoek is naar nieuwere, specifiekere beoefening in de Bijbel, waarom er in plaats daarvan machtiger werk bestaat. Dit is wat jullie allemaal moeten begrijpen.

 

uit ‘Over de Bijbel (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

18. God kon met veel van het werk dat Hij wilde doen en de dingen die Hij wilde zeggen een nieuw begin maken. Zodra Hij een nieuw begin heeft gemaakt, heeft Hij het niet meer over Zijn vorige werk en zet het ook niet voort. God heeft Zijn principes in Zijn werk. Hij begint met nieuw werk wanneer Hij de mensheid naar een nieuwe fase wil leiden en wanneer Zijn werk een hogere fase heeft bereikt. Wanneer mensen blijven handelen overeenkomstig de oude uitspraken of regels, of hieraan vast blijven houden, zal Hij dit niet herdenken of prijzen. Dit komt omdat Hij reeds nieuw werk gebracht heeft en met Zijn werk aan een nieuwe fase is begonnen. Wanneer Hij nieuw werk initieert, verschijnt Hij aan de mensheid in een compleet nieuw beeld, gezien vanuit een compleet nieuw gezichtspunt en op een volledig nieuwe manier, zodat de mensen verschillende aspecten van Zijn gezindheid en wat Hij heeft en is kunnen zien. Dit is een van Zijn doelen in Zijn nieuwe werk. God houdt niet vast aan het oude en neemt ook niet het gebaande pad; wanneer Hij werkt en spreekt is het niet zo verbiedend als mensen zich dat voorstellen. In God is alles vrij en bevrijd en zijn er geen verboden, geen beperkingen – wat Hij de mensheid brengt is geheel en al vrijheid en bevrijding. Hij is een levende God, een God die echt, waarlijk bestaat. Hij is geen pop of beeldhouwwerk van klei en Hij is totaal verschillend van de afgoden die mensen op een altaar plaatsen en aanbidden. Hij is levend en levendig en wat Zijn woorden en werk de mensen brengt is geheel en al leven en licht, geheel en al vrijheid en bevrijding, omdat Hij de weg, de waarheid en het leven vasthoudt – Hij wordt niet beperkt door iets in welk werk van Hem dan ook.

 

uit ‘Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

19. Toentertijd zei Jezus dat het werk van Jehova in het Tijdperk van Genade achterop begon te raken, en zo zeg ik nu dat het werk van Jezus achterop begint te raken. Als er alleen het Tijdperk van de Wet was geweest, en geen Tijdperk van Genade, had Jezus niet gekruisigd kunnen worden en had Hij de hele mensheid niet kunnen verlossen. Als er alleen het Tijdperk van de Wet was geweest, had de mensheid zich dan tot de dag van vandaag kunnen ontwikkelen? De geschiedenis gaat door; is de geschiedenis niet de natuurwet van Gods werk? Is dit niet een afbeelding van Zijn management van de mens binnen het hele universum? De geschiedenis gaat door, en dat geldt ook voor het werk van God, en Gods wil verandert voortdurend. Het zou niet praktisch zijn als God een enkel stadium van Zijn werk zesduizend jaar zou onderhouden, want alle mensen weten dat Hij altijd nieuw is en nooit oud. Hij zou geen werk als de kruisiging vol kunnen houden, en één, twee, drie keer ... aan het kruis worden genageld. Dit is het idee van een absurd mens. God houdt hetzelfde werk niet gaande, en Zijn werk verandert voortdurend en is altijd nieuw, net zoals ik iedere dag nieuwe woorden tot jullie spreek en nieuw werk doe. Dit is het werk dat ik doe, waarvan de kern in de woorden ‘nieuw’ en ‘wonderbaarlijk’ ligt. “God is onveranderlijk, en God zal altijd God zijn”, dit zijn inderdaad ware woorden.

 

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

20. Nu er een meer verheven weg is, waarom zou je dan de lagere, achterhaalde weg bestuderen? Nu er nieuwere uitspraken zijn, en er nieuw werk is, waarom zou je dan tussen de oude, historische verslagen verblijven? De nieuwe uitspraken kunnen je voldoende geven, wat bewijst dat dit nieuw werk is. De oude verslagen kunnen je niet verzadigen, of in je huidige behoeften voldoen, wat bewijst dat ze geschiedenis zijn en niet het werk van het hier en nu. De meest verheven weg is het nieuwste werk. Nu dit nieuwe werk er is, doet het er niet meer toe hoe verheven de eerdere weg was, het blijft de geschiedenis van de menselijke gedachten. En hoe waardevol dat ook is als naslagwerk, het blijft de oude weg. Ook al staat het in het ‘heilige boek’, de oude weg is geschiedenis, ook al staat het niet in het ‘heilige boek’, de nieuwe weg is van het hier en nu. Deze weg kan jou redden en deze weg kan jou veranderen, want dit is het werk van de Heilige Geest.

 

uit ‘Over de Bijbel (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

21. God Zelf is leven en de waarheid en Zijn leven en waarheid bestaan naast elkaar. Degenen die niet in staat zijn de waarheid te verkrijgen, zullen nooit het leven verkrijgen. Zonder de leiding, steun en voorziening van de waarheid, zul je alleen maar letters en doctrines verkrijgen, en bovendien de dood. Gods leven is altijd aanwezig en Zijn waarheid en leven bestaan naast elkaar. Als je de bron van de waarheid niet kunt vinden, zul je niet de voeding van het leven krijgen; als je de voorziening van het leven niet kunt krijgen, dan zul je zeker geen waarheid hebben en afgezien van voorstellingen en opvattingen, zal heel je lichaam niets anders zijn dan vlees, je stinkende vlees. Weet dat de woorden van boeken niet als leven gelden, de geschiedenisboeken kunnen niet als de waarheid worden beschouwd en de doctrines uit het verleden kunnen niet dienen als een weergave van woorden die nu door God worden gesproken. Alleen dat wat God tot uitdrukking brengt wanneer Hij naar de aarde komt en leeft onder de mensen is de waarheid, het leven, Gods wil en Zijn huidige manier van werken. Als je de verslaggevingen van de woorden die God in de afgelopen tijdperken heeft gesproken toepast op de dag van vandaag, dan ben je een archeoloog en de beste manier om je te beschrijven is als een expert op het gebied van historisch erfgoed. Dat komt omdat je altijd gelooft in de sporen van het werk dat God in lang vervlogen tijden heeft verricht, alleen gelooft in de schaduw van God die is overgebleven van toen Hij eerder onder de mensen werkte en alleen gelooft in de weg die God in vroegere tijden aan Zijn volgelingen toonde. Je gelooft niet in de richting die Gods werk vandaag volgt, gelooft niet in het glorieuze gelaat van God vandaag en gelooft niet in de weg van de waarheid die momenteel door God ten uitdrukking wordt gebracht. En dus ben je ontegensprekelijk een dagdromer die totaal geen voeling heeft met de realiteit. Als je je nu nog steeds vastklampt aan woorden die niet in staat zijn om de mens tot leven te brengen, dan ben je een hopeloos stuk dood hout,[a] want je bent te conservatief, te hardnekkig, niet vatbaar voor rede!

 

uit ‘Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

22. Christus van de laatste dagen brengt het leven en brengt de blijvende en eeuwige weg van de waarheid. Deze waarheid is het pad waardoor de mens het leven zal verkrijgen en het enige pad waardoor de mens God zal kennen en door God zal worden goedgekeurd. Als je niet de weg van het leven zoekt die door Christus van de laatste dagen wordt voorzien, dan zul je nooit de goedkeuring van Jezus verkrijgen en zul je nooit gekwalificeerd worden om de poort van het koninkrijk van de hemel binnen te gaan, want je bent zowel een marionet als een gevangene van de geschiedenis. Degenen die worden beheerst door regels en letters en geketend zijn door de geschiedenis zullen nooit in staat zijn om het leven te verkrijgen en zullen nooit in staat zijn om de eeuwige weg van het leven te verkrijgen. Dat komt omdat alles wat ze hebben smerig water is waar ze zich al duizenden jaren aan hebben vastgeklampt, in plaats van het levenswater dat vanuit de troon stroomt. Degenen die niet van het levenswater zijn voorzien, zullen voor altijd lijken blijven, speelgoed van Satan en zonen van de hel. Hoe kunnen zij dan God aanschouwen? Als je alleen maar probeert vast te houden aan het verleden, alleen probeert dingen in stand te houden door stil te staan en niet probeert de huidige situatie te veranderen en de geschiedenis terzijde te leggen, zul je dan niet altijd tegen God zijn? De stappen van Gods werk zijn enorm en machtig, zoals rollende golven en bulderende donderslagen – toch zit je stil en wacht je passief vernietiging af, vasthoudend aan je dwaasheid en het niets doen. Hoe kun je op deze manier worden beschouwd als iemand die de voetsporen van het Lam volgt? Hoe kun je de God die jij vasthoudt rechtvaardigen als een God die altijd nieuw is en nooit oud? En hoe kunnen de woorden van je vergeelde boeken je meenemen naar een nieuw tijdperk? Hoe kunnen ze je leiden in je zoektocht naar de stappen van Gods werk? En hoe kunnen ze je meenemen naar de hemel? Wat je in handen hebt, zijn de letters die slechts kunnen zorgen voor tijdelijke troost, niet de waarheden die in staat zijn om het leven te geven. De geschriften die je leest, kunnen slechts je tong verrijken, zij bevatten geen woorden van wijsheid die je kunnen helpen het menselijk leven te kennen, noch zijn zij wegen die je naar vervolmaking kunnen leiden. Geeft deze tegenstrijdigheid jou geen aanleiding tot reflectie? Kun je hierdoor niet de mysteriën begrijpen die zich binnenin bevinden? Ben je in staat om jezelf in je eentje naar de hemel te brengen om God te ontmoeten? Kun je jezelf meenemen naar de hemel om te genieten van het familiegeluk met God, zonder de komst van God? Ben je nu nog steeds aan het dromen? Ik stel voor dat je stopt met dromen en kijkt naar wie er nu werkt, naar wie nu bezig is met het werk van het redden van de mens in de laatste dagen. Als je dat niet doet, zul je nooit de waarheid verkrijgen en zul je nooit het leven verkrijgen.

 

uit ‘Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

23. Als jullie opvattingen gebruiken om God aan af te meten en af te bakenen, alsof God een onveranderlijk aarden beeld was, en als jullie God afbakenen binnen de Bijbel, en Hem proberen te vatten in een beperkte reikwijdte van werk, dan bewijst dat, dat jullie God veroordeeld hebben. Omdat, in hun harten, de Joden uit het tijdperk van het Oude Testament God in de vorm van een afgod goten, alsof God alleen de Messias genoemd kon worden en enkel Hij die de Messias genoemd werd God was, en omdat zij God dienden en aanbaden alsof Hij een (levenloos) aarden beeld was, nagelden ze de Jezus van die tijd aan het kruis, veroordeelden ze Hem ter dood, veroordeelden ze de onschuldige Jezus ter dood. God had geen misdaad begaan, maar de mens spaarde God niet en veroordeelde Hem zonder te aarzelen ter dood. Dus werd Jezus gekruisigd. De mens gelooft altijd dat God onveranderlijk is, en definieert Hem volgens de Bijbel, alsof de mens Gods management doorzien heeft, alsof alles wat God doet in de handen van de mens ligt. De mensen zijn volslagen belachelijk, ze zijn uitermate arrogant, en ze hebben allemaal aanleg voor gezwollen welbespraaktheid. Ongeacht hoe groot jullie kennis van God ook is, nog steeds zeg ik dat jullie God niet kennen, dat er niemand is die meer gekant is tegen God, en dat jullie God veroordelen, want jullie zijn totaal niet in staat het werk van God te gehoorzamen en het pad van volmaakt gemaakt te worden door God te bewandelen.

 

uit ‘De slechten zullen zeker worden gestraft’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

24. Wat betreft de visies van het werk van dit gehele zesduizendjarige managementplan is niemand in staat om inzicht of begrip te verwerven en blijven deze visies raadsels. In de laatste dagen wordt alleen het werk van het woord verricht om het Tijdperk van het Koninkrijk aan te kondigen, maar het is niet representatief voor alle tijdperken. De laatste dagen zijn niet meer dan de laatste dagen en niet meer dan het Tijdperk van het Koninkrijk, die het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet niet vertegenwoordigen. Het is eenvoudigweg gedurende de laatste dagen dat al het werk van het zesduizendjarige managementplan aan jullie geopenbaard wordt. Dit is de onthulling van het mysterie. Dit is het soort mysterie dat door geen mens kan worden onthuld. Ongeacht hoe groot het inzicht van de mens in de Bijbel ook is, het blijven alleen maar woorden, want de mens begrijpt de essentie van de Bijbel niet. Door het lezen van de Bijbel kan de mens wellicht enkele waarheden bevatten, een aantal woorden uitleggen of enkele beroemde passages en hoofdstukken onderwerpen aan zijn bekrompen onderzoek, maar hij zal de betekenis die in deze woorden gelegen is nooit uit kunnen puzzelen, want al wat men ziet, zijn dode woorden, niet de taferelen van het werk van Jehova en Jezus. De mens kan het mysterie van dit werk op geen enkele manier ontrafelen. Het mysterie van het zesduizendjarige managementplan is dus het grootste mysterie, het diepst verborgen en geheel ondoorgrondelijk voor de mens. Niemand kan rechtstreeks de wil van God begrijpen, tenzij Hij dit Zelf aan de mens uitlegt en openbaart. Anders blijven deze dingen voor altijd raadsels voor de mens en verzegelde mysteries. Maak je niet druk over mensen uit de religieuze gemeenschap. Als het vandaag niet aan jullie was verteld, hadden jullie het ook niet begrepen. Dit werk van zesduizend jaar is raadselachtiger dan al de profetieën van de profeten. Het is het grootste mysterie vanaf de schepping tot aan het heden en niemand van de profeten door de eeuwen heen heeft het ooit kunnen doorgronden, want dit mysterie wordt pas in het laatste tijdperk onthuld en is nooit eerder geopenbaard. Als jullie dit mysterie kunnen bevatten en als jullie het in zijn geheel kunnen ontvangen, dan zullen alle religieuze mensen door dit mysterie verslagen worden. Alleen dit is de grootste van alle visies. De mens is er het meest op gespitst om dit te bevatten, maar het is tevens het meest onduidelijk voor hem.

 

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 

Voetnoot:

 

a. Stuk dood hout: een Chinees idioom, dat ‘niet meer te helpen’ betekent.

 

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Reactie schrijven

Commentaren: 0