1. Almachtige God is de enige ware God die over alle dingen regeert
Relevante woorden van God:
Alles in deze wereld is snel aan het veranderen door de gedachten van de Almachtige en onder Zijn ogen. Dingen waar de mens nog nooit van heeft gehoord kunnen zomaar ineens gebeuren. En toch kan datgene wat de mens altijd heeft gehad zomaar wegvallen zonder dat hij er erg in heeft. Niemand weet waar de Almachtige is nog minder kan iemand de transcendentie en grootsheid van de levenskracht van de Almachtige begrijpen. Zijn transcendentie zit Hem in hoe Hij kan waarnemen wat mensen niet kunnen waarnemen. Zijn grootsheid zit Hem in hoe Hij wordt verworpen door de mensheid maar toch de mensheid redt. Hij kent de betekenis van leven en dood. Hij weet bovendien welke regels geschikt zijn om het bestaan van de mensheid die Hij heeft geschapen te leiden. Hij is de basis voor al het menselijke bestaan en de Verlosser voor de wederopstanding van de mensheid.
uit ‘Het zuchten van de Almachtige’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Hoeveel schepselen leven er en planten zich voort in de uitgestrektheid van het universum, steeds opnieuw volgens de wet van het leven, volgens één constante regel. Wie sterft, neemt de verhalen van de levenden mee. En wie leeft, herhaalt dezelfde tragische geschiedenis van wie gestorven is. De mensheid kan niet anders dan zich afvragen: Waarom leven we? En waarom moeten we sterven? Wie bestuurt deze wereld? En wie heeft deze mensheid geschapen? Is de mensheid echt door moeder natuur geschapen? Heeft de mensheid haar eigen lot echt in eigen hand? … De mens weet niet wie de Vorst van alle dingen in het universum is. Hij heeft al helemaal geen weet van de oorsprong en toekomst van de mensheid. De mensheid leeft gewoon, noodgedwongen, te midden van deze wet. Niemand kan eraan ontkomen en niemand kan er verandering in aanbrengen. Er is er onder alle dingen en in de hemel namelijk maar Een die van eeuwigheid tot eeuwigheid soevereiniteit over alles heeft. Hij is die Ene die nooit door de mens is aanschouwd, die Ene die nooit door de mensheid is gekend, in Wiens bestaan de mensheid nooit heeft geloofd. Toch is Hij die Ene die de adem in de voorouders van de mens blies en de mensheid leven gaf. Hij is die Ene die de mensheid voorziet en voedt voor haar bestaan. Hij leidt de mensheid tot op de dag van vandaag. Bovendien is de mensheid van Hem en Hem alleen afhankelijk om te kunnen overleven. Hij heeft soevereiniteit over alle dingen en bestuurt alle levende wezens in het universum. Hij beheerst de vier seizoenen en Hij roept wind, vorst, sneeuw en regen op. Hij geeft de mensheid zonneschijn en luidt de nacht in. Hij bereidde de hemelen en de aarde, voorzag de mens van bergen, meren en rivieren met al het leven daarin. Zijn daden zijn overal, Zijn macht is overal, Zijn wijsheid is overal en Zijn gezag is overal. Al deze wetten en regels zijn de belichaming van Zijn daden. Ze geven allemaal blijk van Zijn wijsheid en gezag. Wie kan zich aan Zijn soevereiniteit onttrekken? En wie kan zich buiten Zijn plannen plaatsen? Alle dingen bestaan onder Zijn blik, alle dingen leven bovendien onder Zijn soevereiniteit. Zijn daden en Zijn macht laten de mensheid geen andere keus dan te erkennen dat Hij werkelijk bestaat en soevereiniteit over alle dingen heeft. Niets of niemand anders dan Hij kan het universum gebieden, laat staan onophoudelijk voor deze mensheid zorgen. Of je de daden van God nu wel of niet herkent en of je nu wel of niet in het bestaan van God gelooft, het lijdt geen twijfel dat je lot binnen Gods ordening ligt. Het lijdt ook geen twijfel dat God altijd soevereiniteit over alle dingen zal hebben. Zijn bestaan en gezag zijn niet afhankelijk van het feit of de mens die nu wel of niet herkent en begrijpt. Alleen Hij kent het verleden, het heden en de toekomst van de mens. Alleen Hij kan het lot van de mensheid bepalen. Of je dit feit nu wel of niet kunt aanvaarden, de mensheid zal dit alles binnen afzienbare tijd met eigen ogen aanschouwen. Dit feit zal God spoedig aan het licht brengen.
uit ‘De mens kan alleen gered worden onder het management van God’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
De weg van het leven is niet iets dat iedereen zomaar kan bezitten en het is ook niet gemakkelijk door iedereen te verkrijgen. Dat komt omdat het leven alleen van God kan komen, dat wil zeggen, alleen God Zelf bezit het wezen van het leven, er is geen weg van het leven zonder God Zelf en dus is alleen God de bron van leven en de altijd stromende bron van levend water van leven. Vanaf het moment dat Hij de wereld schiep, heeft God veel werk verricht met betrekking tot de vitaliteit van het leven, heeft Hij veel werk verricht dat leven geeft aan de mens en heeft een grote prijs betaald zodat de mens het leven kan verkrijgen, want God Zelf is het eeuwige leven en God Zelf is de weg waardoor de mens is opgestaan uit de dood. God is nooit afwezig in het hart van de mens en leeft te allen tijde onder de mensen. Hij was de drijvende kracht van het leven van de mens, het fundament van het bestaan van de mens en een rijke waarborg voor het bestaan van de mens vanaf zijn geboorte. Hij zorgt ervoor dat de mens herboren wordt en stelt hem in staat om volhardend in zijn rol te leven, welke dat ook zij. Dankzij Zijn macht en Zijn onblusbare levenskracht heeft de mens van generatie op generatie geleefd, waarbij de kracht van Gods leven de steunpilaar van het bestaan van de mens is geweest en waarvoor God een prijs heeft betaald die geen gewoon mens ooit heeft betaald. Gods levenskracht kan zegevieren over welke macht dan ook; bovendien overtreft het elke kracht. Zijn leven is eeuwig, Zijn kracht buitengewoon en Zijn levenskracht wordt niet gemakkelijk overweldigd door enig geschapen wezen of vijandige macht. De levenskracht van God bestaat, met een schitterende uitstraling, ongeacht tijd of plaats. Gods leven blijft voor altijd onveranderd gedurende de omwentelingen van hemel en aarde. Alle dingen gaan voorbij, maar Gods leven is nog steeds aanwezig, want God is de bron en de wortel van het bestaan van alle dingen. Het leven van de mens is afkomstig van God, het bestaan van de hemel is vanwege God en het bestaan van de aarde komt voort uit de kracht van Gods leven. Geen enkel object dat vitaliteit bezit, kan de soevereiniteit van God overstijgen en niets wat kracht heeft kan zich losmaken van de omgeving van Gods gezag. Ongeacht wie men is, iedereen moet zich op deze manier aan de heerschappij van God onderwerpen, iedereen moet leven onder Gods bevel en niemand kan ontsnappen aan Zijn bestuur.
uit ‘Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Voordat deze mensheid ontstond, bestond de kosmos al – alle planeten, alle sterren aan de hemel. Deze hemellichamen cirkelen met regelmatigheid op macroniveau onder Gods leiding, al zolang ze bestaan, hoeveel jaren dat ook zo is geweest. Welke planeet gaat waar naartoe, op welke tijd; welke planeet heeft welke taak en wanneer; welke planeet cirkelt langs welke baan in de ruimte en wanneer verdwijnt ze of wordt ze vervangen – al deze dingen vinden feilloos voortgang. De posities van de planeten en de afstanden ertussen volgen strikte patronen, wat allemaal met zeer exacte gegevens beschreven kan worden; de wegen waarlangs zij reizen, de snelheid en de patronen van hun banen, ook de tijden waarin zij in verschillende posities verkeren, kunnen zeer exact gekwantificeerd en beschreven worden in speciale wetmatigheden. Al eeuwenlang hebben deze planeten deze wetmatigheden gevolgd zonder ooit zelfs maar een beetje af te wijken. Geen macht kan deze gevolgde banen en patronen veranderen of onderbreken. Omdat de speciale wetmatigheden die hun beweging sturen en de exacte gegevens die deze wetmatigheden beschrijven, door het gezag van de Schepper zijn voorbestemd, gehoorzamen zij deze wetten vanuit zichzelf, onder de soevereiniteit en controle van de Schepper. Op macroniveau is het niet moeilijk voor de mens om enkele patronen te vinden, wat gegevens, evenals wat vreemde en onbegrijpelijke wetmatigheden of fenomenen. Hoewel de mens niet toegeeft dat God bestaat en het feit niet accepteert dat de Schepper alles heeft gemaakt en daarover heerschappij heeft, en dat de mens bovendien het bestaan van het gezag van de Schepper niet erkent, ontdekken menselijke wetenschappers, astronomen en fysici steeds meer dat het bestaan van alle dingen in het universum en de principes en patronen die hun bewegingen voorschrijven, geregeerd worden en onder controle staan van een immense en onzichtbare, duistere energie. Dit feit dwingt de mens om onder ogen te zien en te erkennen dat er te midden van deze patronen en bewegingen een Machtige is die alles orkestreert. Zijn kracht is buitengewoon en, hoewel niemand Zijn werkelijke gezicht kan zien, regeert Hij over alles en heeft over alles controle op elk moment. Geen mens of kracht gaat Zijn soevereiniteit te boven. Geconfronteerd met dit feit moet de mens erkennen dat de wetten die over het bestaan van alle dingen regeren niet door de mens beheerst kunnen worden, noch door niemand veranderd kunnen worden, en tegelijkertijd moet de mens toegeven dat menselijke wezens deze wetten niet volledig kunnen begrijpen. Ze zijn geen natuurlijke verschijnselen, maar voorgeschreven door een Heer en Meester. Al deze dingen zijn uitdrukkingen van het gezag van God die mensen op macroniveau kunnen waarnemen.
Op microniveau zijn alle bergen, rivieren, meren, zeeën en landmassa’s die de mens aanschouwt op de aarde, alle seizoenen die hij ervaart, alles wat de aarde bewoont, inclusief de planten, dieren, micro-organismen en mensen, allemaal onderworpen aan Gods soevereiniteit, en onder controle van God. Onder Gods soevereiniteit en controle komen alle dingen tot stand of verdwijnen ze in overeenstemming met Zijn gedachten. Hun levens worden allemaal geregeerd door bepaalde wetmatigheden, en in overeenstemming daarmee groeien en vermenigvuldigen ze. Geen mens of ding staat boven deze wetten.
uit ‘God Zelf, de unieke III’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Toen God alle dingen schiep, stelde Hij grenzen vast voor bergen, vlakten, woestijnen, heuvels, rivieren en meren. Er zijn bergen, vlakten, woestijnen, heuvels en ook uiteenlopende watervlakten op aarde. Is er niet sprake van verschillende terreinen? God stelde grenzen vast tussen al deze verschillende soorten terreinen. Wanneer we spreken over het vaststellen van grenzen, betekent het dat bergen zijn afgebakend, vlakten zijn afgebakend, woestijnen een bepaalde omvang hebben en heuvels een vast gebied beslaan. Er is ook een vaste hoeveelheid watervlakten zoals rivieren en meren. Dat wil zeggen: God deelde bij de schepping alles heel duidelijk in. … God bestuurt al deze verschillende door Hem geschapen terreinen en geografische omgevingen op een geplande en ordelijke wijze. Al deze geografische omgevingen bestaan dus nog steeds duizenden, tienduizenden jaren nadat ze door God zijn geschapen. Ze vervullen nog steeds hun beoogde rol. Hoewel er in bepaalde perioden vulkanen uitbarsten, zich aardbevingen voordoen en er grote landverschuivingen plaatsvinden, staat God absoluut niet toe dat een bepaald soort terrein zijn oorspronkelijke functie verliest. Alleen door dit management van God, Zijn heerschappij over en grip op deze wetten, kan dit alles – dit alles wat de mensheid geniet en ziet – op ordelijke wijze op aarde overleven.
uit ‘God Zelf, de unieke IX’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Alle door God geschapen wezens – of ze nu aan één plek zijn gebonden of kunnen ademen – hebben allemaal hun wetten om te kunnen voortbestaan. Lang voordat God deze levende wezens schiep, had Hij voor hen hun eigen woonplaats, hun eigen omgeving voor overleving bereid. Deze levende wezens hadden hun eigen vaste omgeving voor overleving, hun eigen voedsel, hun eigen vaste woonplaats, hun eigen geschikte vaste plekken voor hun overleving, plekken met geschikte temperaturen voor hun overleving. Op die manier zouden ze niet ronddolen of de overleving van de mensheid ondermijnen of inbreuk maken op hun leven. Zo bestuurt God alle wezens. Hij zorgt zo voor de beste omgeving waarin de mensheid kan overleven. Alle levende wezens hebben hun eigen voedsel voor levensonderhoud in hun eigen omgeving voor overleving. Door dat voedsel zijn ze gebonden aan hun eigen natuurlijke omgeving voor overleving. In een dergelijke omgeving zijn ze nog steeds aan het overleven, vermenigvuldigen en voortbestaan overeenkomstig de wetten die God voor hen heeft vastgesteld. Dankzij dergelijke wetten, dankzij Gods voorbestemming, leven alle wezens in harmonie met de mens en zijn de mens en alle wezens van elkaar afhankelijk.
uit ‘God Zelf, de unieke IX’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Vanaf het moment dat je huilend ter wereld komt, begin je je taak uit te voeren. Je neemt je rol aan in Gods plan en binnen Gods ordening. Je begint aan de reis van het leven. Wat je achtergrond ook is, of wat de reis die voor je ligt ook is, niemand kan ontkomen aan de orkestratie en de regeling die de Hemel in petto heeft en niemand is meester over zijn eigen lot. Alleen Hij, die regeert over alle dingen is tot dergelijk werk in staat. Vanaf de dag dat de mens is ontstaan, is God standvastig geweest in Zijn werk, in Zijn management van dit universum en de richting die Hij geeft aan de verandering en beweging van alle dingen. Net als alle dingen, ontvangt de mens rustig en onbewust de voeding van de zoetheid en de regen en dauw van God. Net als alle dingen, leeft de mens onbewust onder de orkestratie van Gods hand. Hart en geest van de mens zijn in Gods hand en al het leven van de mens wordt door Gods ogen aanschouwd. Of je dit nu gelooft of niet, alle levende en dode dingen zullen verplaatsen, veranderen, vernieuwen en verdwijnen in overeenstemming met Gods gedachten. Zo regeert God over alle dingen.
Als de nacht binnensluipt, blijft de mens onwetend, want het hart van de mens kan niet waarnemen hoe de duisternis nadert of waar zij vandaan komt. Als de nacht stilletjes wegglipt, verwelkomt de mens het daglicht, maar het hart van de mens begrijpt nog minder waar het licht vandaan is gekomen en hoe het de duisternis van de nacht heeft verdreven. Deze terugkerende afwisseling van dag en nacht neemt de mens mee van de ene periode naar de volgende, bewegend door de tijd. Tegelijkertijd wordt zo zeker gesteld dat het werk van God en Zijn plan tijdens elke periode en door de tijd heen worden uitgedragen.
uit ‘God is de bron van het leven van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Vanaf de schepping van de wereld ben ik begonnen met het voorbestemmen en het selecteren van deze groep mensen, namelijk jullie vandaag. Jullie temperament, kaliber, uiterlijk, gestalte, het gezin waarin je bent geboren, je baan en je huwelijk, alles wat je bent, zelfs de kleur van je haar en je huid en het moment van je geboorte zijn allemaal door mijn toedoen bepaald. Zelfs de dingen die je doet en de mensen die je elke dag tegenkomt zijn door mijn toedoen bepaald, om niet te spreken van het feit dat het in werkelijkheid door mij bepaald is dat jij vandaag in mijn aanwezigheid gebracht bent.
uit ‘Hoofdstuk 74’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Het lot van de mens en van het universum zijn nauw verstrengeld met de soevereiniteit van de Schepper en onafscheidelijk verbonden met de orkestraties van de Schepper; uiteindelijk kunnen deze niet ontrafeld worden van het gezag van de Schepper. Door de wetten van alle dingen leert de mens de orkestraties en soevereiniteit van de Schepper te begrijpen; door de regels voor overleving neemt hij de regering van de Schepper waar; vanuit het lot van alle dingen trekt hij conclusies over de manieren waarop de Schepper Zijn soevereiniteit en heerschappij over mensen uitoefent; en in de levenscycli van menselijke wezens en alle dingen ervaart de mens werkelijk de orkestraties en regelingen van de Schepper voor alle dingen en levende wezens, en is hij er werkelijk getuige van hoe deze orkestraties en regelingen alle aardse wetten, regels, instituties, alle machten en krachten overstijgen. In dat licht is de mensheid gedwongen te erkennen dat de soevereiniteit van de Schepper niet geschonden kan worden door enig schepsel, dat geen enkele kracht zich met gebeurtenissen en door de Schepper voorbestemde dingen kan bemoeien of die kan veranderen. Het is vanwege deze goddelijke wetten en regels dat mensen en alle dingen leven zich voortzetten, van generatie op generatie. Is dit niet de ware belichaming van het gezag van de Schepper?
uit ‘God Zelf, de unieke III’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
(Geselecteerde passage uit Gods woord)
God beschikt over het lot van de gehele mensheid
Als leden van het menselijk ras en toegewijde christenen, is het de verantwoordelijkheid en plicht van ons allemaal om onze geest en lichaam op te offeren voor de volbrenging van Gods opdracht, want ons hele wezen kwam van God, en het bestaat dankzij de soevereiniteit van God. Als onze geesten en lichamen niet voor Gods opdracht zijn en niet voor de rechtvaardige zaak van de mensheid, dan zijn onze zielen hen die als martelaren gestorven zijn voor Gods opdracht onwaardig, en te meer God, die ons alles gegeven heeft, onwaardig.
God heeft deze wereld geschapen, Hij heeft deze mensheid geschapen, en was ook de architect van de klassieke Griekse cultuur en menselijke beschaving. Alleen God troost deze mensheid, en alleen God zorgt dag en nacht voor deze mensheid. Menselijke ontwikkeling en vooruitgang is onscheidbaar van de soevereiniteit van God, en de geschiedenis en toekomst van de mensheid zijn onlosmakelijk met het ontwerp van God verweven. Als je een ware christen bent dan zul je zeker geloven dat de opkomst en ondergang van elk land of natie volgens het ontwerp van God verloopt. God alleen kent het lot van een land of natie, en God alleen beschikt over het verloop van deze mensheid. Als de mensheid een goed lot wil hebben, als een land een goed lot wil hebben, dan moet de mens in aanbidding naar God toe buigen, zich bekeren en belijden voor God, want anders zal het lot en de bestemming van de mensheid onvermijdelijk in een catastrofe eindigen.
Denk eens terug aan de tijd van de ark van Noach: de mensheid was enorm verdorven, was van Gods zegening afgedwaald, werd niet meer door God verzorgd, en was de beloften van God verloren. Ze leefden in duisternis, zonder het licht van God. En dus werden zij losbandig van aard en verloren ze zichzelf in gruwelijk verderf. Dat soort mensen konden niet langer de belofte van God ontvangen; ze waren ongeschikt om het gezicht van God te zien, of om Gods stem te horen, want zij hadden God verlaten, hadden alles wat Hij hen gegeven had van zich afgeworpen en waren de lessen die Hij hen geleerd had vergeten. Hun hart dwaalde verder en verder van God af, en terwijl dit gebeurde, raakten zij verdorven buiten alle verstand en menselijkheid en werden steeds kwaadaardiger. Zodoende naderden zij de dood steeds meer, en werden onderworpen aan de woede en straf van God. Alleen Noach aanbad God en ging het kwaad uit de weg, en was zo in staat om de stem van God te horen en de instructies van God te horen. Hij bouwde de ark volgens de instructies van Gods woord en verzamelde alle soorten van levende wezens. En op die manier, toen alle voorbereidingen waren getroffen, liet God Zijn vernietiging los op de wereld. Alleen Noach en de zeven leden van zijn gezin overleefden de vernietiging, want Noach aanbad Jehova en ging het kwaad uit de weg.
Kijk nu eens naar de huidige tijd: zulke rechtvaardige mensen zoals Noach, die God konden aanbidden en het kwaad uit de weg konden gaan, bestaan niet meer. Maar God is de mensheid nog steeds genadig, en vergeeft de mensheid in dit laatste tijdperk. God zoekt mensen die naar Zijn verschijning verlangen. Hij zoekt hen die in staat zijn om Zijn woorden te horen, hen die Zijn opdracht niet vergeten zijn en hun hart en hun lichaam aan Hem opofferen. Hij zoekt hen die zo gehoorzaam zijn als jonge kinderen en geen weerstand aan Hem bieden. Als jouw toewijding aan God niet gehinderd of beïnvloed wordt, dan zal God je gunstig beschouwen en zal je Zijn zegeningen geven. Als je een hoge positie hebt of een eerbare reputatie, over veel kennis beschikt, veel bezittingen hebt, en gesteund wordt door veel mensen, maar deze dingen je niet weerhouden om God te benaderen om Zijn roeping en Zijn opdracht te accepteren, om te doen wat God van je vraagt, dan zal alles wat je doet van het grootste belang zijn op aarde en het meest rechtvaardige der mensheid. Als je de roeping van God verwerpt in het belang van status en je eigen doelen, dan zal alles wat je doet vervloekt zijn en zelfs veracht door God. Misschien ben je president, of wetenschapper, een voorganger of een ouderling, maar het maakt niet uit hoe hoog je functie is, als je in je doen en laten op je kennis en vaardigheden rekent dan zul je altijd falen, en zul je altijd verstoken zijn van de zegeningen van God, want God accepteert geen van je daden, en Hij staat niet toe dat je carrière een rechtvaardige is, en accepteert niet dat je werkt ten gunste van de mensheid. Hij zal zeggen dat alles wat je doet bedoeld is om de kennis en macht van de mensheid te gebruiken om de mens de bescherming van God te ontnemen, en om de zegeningen van God te ontkrachten. Hij zal zeggen dat je de mensheid naar de duisternis leidt, richting de dood en naar de aanvang van een bandeloos bestaan waarin de mens God en Zijn zegening verloren is.
Sinds de tijd dat de mens voor het eerst sociale wetenschappen had, werd zijn verstand vervuld van kennis en wetenschap. Toen werden kennis en wetenschap gereedschappen om de mens te regeren, en bleef er niet genoeg ruimte over voor de mens om God te aanbidden, waren er geen gunstige omstandigheden meer voor de aanbidding van God. De positie van God zakte steeds verder weg in het hart van de mens. De wereld in het hart van de mens die geen plaats voor God heeft is donker, leeg en hopeloos. En zodoende stonden vele sociale wetenschappers op, en geschiedkundigen en politici om de theorieën van de sociale wetenschap en van de menselijke evolutie tot uitdrukking te brengen en andere theorieën die in strijd zijn met de waarheid dat God de mens geschapen heeft, om het hart en het gemoed van de mens te vullen. En zo zijn er steeds minder mensen die geloven dat God alles geschapen heeft en komen er steeds meer die geloven in de evolutietheorie. Steeds meer mensen beschouwen de documentatie van de werken van God en Zijn woorden van het Oude Testament als mythen en legenden. In hun hart worden mensen onverschillig over de waardigheid en grootsheid van God, over het grondbeginsel dat God bestaat en over alles heerst. Het overleven van de mensheid en het lot van landen en naties zijn niet langer belangrijk voor hen. De mens leeft in een holle wereld en maakt zich alleen maar druk over eten, drinken en het nastreven van plezier. ... Weinig mensen nemen het initiatief om uit te zoeken waar God vandaag de dag Zijn werk doet, of om te zien hoe Hij de bestemming van de mens organiseert en daarover beschikt. En zodoende raakt de menselijke beschaving onbewust steeds minder in staat om aan de wensen van de mensen te voldoen, en er zijn zelfs veel mensen van mening dat op aarde levende mensen minder gelukkig zijn dan zij die heengegaan zijn. Zelfs mensen uit landen die ooit een hoge beschaving hadden uiten zulke grieven. Want zonder het leiderschap van God maakt het niet uit hoezeer leiders en sociologen hun hersenen laten kraken om de menselijke beschaving te behouden: het baat niet. Niemand kan de leegte in een mensenhart vullen want niemand kan de plaats innemen van het leven, en geen enkele sociale theorie kan de mens bevrijden van de leegte waaraan hij lijdt. Wetenschap, kennis, vrijheid, democratie, vrije tijd, comfort; deze zijn maar een tijdelijke verademing. Zelfs met deze dingen zal de mens onvermijdelijk zondigen en de ongerechtigheden van de samenleving betreuren. Deze dingen kunnen niet de hunkeringen en verlangens van de mens beperken om onderzoek te doen, omdat de mens door God gemaakt is en de zinloze opofferingen en zoektochten van de mens alleen maar meer onrust kunnen voortbrengen. De mens zal in een constante staat van angst leven, hij zal niet weten hoe hij de toekomst van de mensheid tegemoet kan treden, of hoe hij de weg naar de toekomst aan zal kunnen. De mens zal zelfs angst gaan voelen voor wetenschap en kennis, en nog banger worden van de leegte in zijn binnenste. In deze wereld, ongeacht of je in een vrij land woont of in een land zonder mensenrechten, ben je compleet machteloos om aan het lot van de mensheid te ontsnappen. Of je nu regeert of geregeerd wordt, je kunt echt niet ontsnappen aan het verlangen om het lot, de raadselen en de bestemming van de mensheid te onderzoeken. Nog minder ben je in staat om te ontsnappen aan de vervreemdende sensatie van leegte. Dit soort fenomenen, die heel gewoon zijn voor de gehele mensheid, worden door sociologen sociale fenomenen genoemd, maar geen groot mens kan naar voren treden om die problemen op te lossen. De mens is tenslotte maar een mens. Geen enkel mens kan de plaats innemen van God in het leven. De mensheid heeft niet alleen behoefte aan een rechtvaardige samenleving waarin iedereen goed gevoed, gelijk en vrij is, maar ook aan de redding van God en Zijn levensvoorzieningen aan hen. Alleen wanneer de mens de redding van God en Zijn levensvoorzieningen ontvangt kunnen de benodigdheden, de drang om te onderzoeken, en de spirituele leegte van de mens worden opgelost. Als de mensen van een land of natie niet in staat zijn om de redding en zorg van God te ontvangen, dan bewandelt zo’n land of natie de weg naar de ondergang, naar de duisternis, en zal door God worden vernietigd.
Misschien is jouw land momenteel welvarend, maar als je je mensen toelaat om van God af te dwalen, dan zal je land steeds meer de zegeningen van God mislopen. De beschaving van je land zal steeds meer onder de voet worden gelopen, en weldra zullen de mensen tegen God opstaan en de hemel vervloeken. En zo zal het lot van een land buiten medeweten van de mens worden geruïneerd. God zal machtige naties laten opstaan om de landen die God vervloekt heeft onder handen te nemen, en misschien zelfs van de aardbodem te laten verdwijnen. De opkomst en ondergang van een land of natie hangt ermee samen of haar leiders God aanbidden, en of zij hun mensen dichter tot God brengen en ze Hem laten aanbidden. En toch, in dit laatste tijdperk, omdat de mensen die God waarlijk zoeken en aanbidden steeds zeldzamer zijn, verschaft God speciale genade aan landen waarin het christendom de staatsreligie is. Hij brengt ze samen om een relatief rechtvaardige partij te vormen, terwijl atheïstische landen, of die landen die niet de ware God aanbidden, de tegenstanders worden van de rechtvaardige partij. Op deze manier heeft God niet alleen een plaats in de mensheid van waaruit Hij Zijn werk kan doen, maar heeft Hij ook landen tot Zijn beschikking die een rechtvaardig gezag kunnen uitoefenen, om zodoende landen die weerstand bieden aan God sancties en beperkingen op te leggen. Toch, ondanks dit alles, zijn er niet meer mensen die naar voren komen om God te aanbidden, want de mens is te ver van Hem afgedwaald, en God is te lang afwezig geweest in de gedachten van de mens. Op aarde blijven alleen landen die rechtvaardigheid uitoefenen en weerstand bieden aan onrechtvaardigheid. Maar dit is verre van de wensen van God, want geen enkele regering staat God toe om aan het hoofd te staan van hun volk, en geen enkele politieke partij zal haar mensen bijeenroepen om God te aanbidden. God heeft Zijn rechtmatige plaats in het hart van elk land, elke natie, elke regeringspartij en zelfs het hart van elk mens verloren. Ook al bestaan er rechtvaardige invloeden in de wereld, een regering waarbij God geen plaatst heeft in het hart van de mensheid is fragiel. Zonder de zegen van God zal het politieke strijdperk een chaos worden die gemakkelijk aangevallen kan worden. Om zonder de zegen van God te leven is voor de mens als leven zonder zonneschijn. Ongeacht hoe ijverig regeringsleiders aan hun volk bijdragen, ongeacht hoeveel rechtvaardige conferenties de mensen beleggen, niets van dat alles zal dingen veranderen of het lot van de mensheid wijzigen. De mens gelooft dat een land waarin mensen gevoed en gekleed zijn, waarin ze vreedzaam samenleven, een goed land is en een goede leiding heeft. Maar God denkt van niet. Hij gelooft dat een land waarin niemand Hem aanbidt er een is dat Hij zal vernietigen. De gedachtegang van de mens verschilt te veel van die van God. Dus als een staatshoofd God niet aanbidt, dan is het lot van dat land tragisch en het land zal geen bestemming hebben.
God doet niet mee met de politiek van mensen, maar het lot van een land of natie wordt bestuurd door God. God bestuurt deze wereld en het hele heelal. Het lot van de mens en het plan van God zijn nauw verbonden, en geen enkel mens, land of natie is van de soevereiniteit van God ontheven. Als de mens zijn lot wil kennen moet hij voor God verschijnen. God zal hen die Hem volgen en aanbidden laten gedijen, en zal hen die zich tegen Hem verzetten en Hem afwijzen in verval doen geraken en laten uitsterven.
Denk aan de scene in de Bijbel waarin God Sodom vernietigde, en denk ook aan hoe Lots vrouw een zoutpilaar werd. Herinner je je hoe de mensen van Ninevé zich in zak en as bekeerden van hun zonden, en denk aan wat er gebeurde nadat de Joden Jezus aan het kruis nagelden, 2000 jaar geleden. De Joden werden verdreven uit Israël en vluchtten naar alle landen van de wereld. Velen werden gedood, en de hele Joodse staat onderging een nooit eerder vertoonde intensiteit van vernietiging. Ze hadden God aan het kruis genageld – een gruwelijke misdaad begaan – en Gods gezindheid geprovoceerd. Ze moesten voor hun daden betalen, en de consequenties van hun handelen ondergaan. Ze veroordeelden God, verwierpen God, en daarom hadden ze maar één lot: ze werden gestraft door God. Dit is de bittere consequentie en rampspoed die hun leiders voor hun land en natie veroorzaakt hadden.
Heden ten dage is God naar de aarde teruggekeerd om Zijn werk te doen. Zijn eerste halte is de grote verzameling van dictatoriale regeerders: China, het onwankelbare bolwerk van atheïsme. Door Zijn wijsheid en macht heeft God een groep mensen verkregen. In deze periode wordt Hij op alle manieren door China’s regeringspartij opgejaagd, en onderworpen aan groot lijden, zonder een plaats te hebben om Zijn hoofd te laten rusten of een schuilplaats te kunnen vinden. Ondanks dit gaat God verder met het werk dat Hij van plan is te doen: Hij laat Zijn stem horen en verspreidt het evangelie. Niemand kan de almacht van God peilen. In China, een land dat God als vijand beschouwt, is God nooit opgehouden met Zijn werk. In plaats daarvan hebben meer mensen Zijn werk en woord geaccepteerd, want God doet wat Hij kan om elk menselijk individu te redden. Wij vertrouwen dat geen enkel land en geen enkele macht in de weg kan staan van wat God wil bereiken. Zij die Gods werk dwarsbomen, zich tegen het woord van God verzetten, het plan van God verstoren of bemoeilijken zullen uiteindelijk door God worden gestraft. Wie het werk van God tart zal naar de hel worden gestuurd; elk land dat het werk van God tart zal worden vernietigd; elke natie die opstaat om zich tegen het werk van God te keren zal van de aardbodem worden weggevaagd, en zal niet meer bestaan. Ik heb het dringende verzoek aan de mensen van alle landen, naties en zelfs industrieën om te luisteren naar de stem van God, om het werk van God te aanschouwen, om aandacht te geven aan het lot van de mensheid, om zodoende van God de allerheiligste te maken, de meest eerbare, de allerhoogste en het enige onderwerp van aanbidding voor de mensheid, en om toe te staan dat de gehele mensheid onder de zegening van God leeft, net zoals de afstammelingen van Abraham onder de belofte van Jehova leefden, en net zoals Adam en Eva, die oorspronkelijk gemaakt waren door God, leefden in de hof van Eden.
Het werk van God is als machtige, aanzwellende golven. Niemand kan Hem tegenhouden en niemand kan Zijn voetstappen stoppen. Alleen zij die zorgvuldig naar Zijn woorden luisteren, en die naar Hem zoeken en dorsten, kunnen Zijn voetstappen volgen en Zijn belofte ontvangen. Zij die dat niet doen zullen worden onderworpen aan overweldigende rampspoed en welverdiende straf.
uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Reactie schrijven