IX. Men moet duidelijk communiceren dat Christus de manifestatie van God Zelf is
2. Is Christus werkelijk de Zoon van God of is Hij God Zelf?
Bijbelverzen ter referentie:
“Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet” (Joh. 14:8–11).
“De Vader en ik zijn één” (Joh. 10:30).
Relevante woorden van God:
De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is. Hij bezit zowel normale menselijkheid als volledige goddelijkheid. Geen mens bezit Zijn goddelijkheid. Zijn normale menselijkheid draagt al Zijn normale lijfelijke handelingen, terwijl Zijn goddelijkheid het werk van God Zelf uitvoert. Maar zowel Zijn menselijkheid als Zijn goddelijkheid onderwerpen zich aan de wil van de Vader in de hemel. Het wezen van Christus is de Geest, dat wil zeggen de goddelijkheid. Daarom is Zijn wezen het wezen van God Zelf; dit wezen staat Zijn eigen werk niet in de weg, en Hij zou met geen mogelijkheid ook maar iets kunnen doen dat Zijn eigen werk teniet zal doen of woorden spreken die tegen Zijn wil ingaan. Daarom zou de vleesgeworden God absoluut nooit iets doen dat Zijn eigen management in de weg staat. Dit is wat alle mensen zouden moeten begrijpen. De essentie van het werk van de Heilige Geest is de mens te redden en is in het belang van Gods eigen management. En zo is ook het werk van Christus de mens te redden, wat in het belang is van Gods wil. Omdat God vlees wordt, neemt Hij Zijn wezen aan in Zijn vlees, zodat Zijn vlees volstaat om Zijn werk te ondernemen. Daarom wordt tijdens Zijn incarnatie al het werk van Gods Geest vervangen door het werk van Christus en centraal in het werk gedurende de hele periode van de incarnatie is het werk van Christus. Het kan niet vermengd worden met werk uit welke andere tijd dan ook. En omdat God vlees wordt, werkt Hij in de identiteit van Zijn vlees; omdat Hij in het vlees is gekomen, voltooit Hij het werk dat Hij moet doen in het vlees. Of het nu de Geest van God is, of het is Christus, beiden zijn God Zelf, en Hij verricht het werk dat Hij moet verrichten en voert de bediening uit die Hij uit moet voeren.
uit ‘Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Het vleesgeworden vlees vindt Zijn oorsprong in de Geest: het is de incarnatie van de Geest, dat wil zeggen, het Woord wordt vlees. Met andere woorden, God Zelf leeft in het vlees. … Om deze reden, hoewel Hij ‘mens’ wordt genoemd, behoort Hij niet tot het menselijke ras en heeft Hij geen menselijke eigenschappen: dit is de man waarin God Zichzelf kleedt, dit is de man die God goedkeurt. In de woorden is de Geest van God belichaamd, en de woorden van God zijn rechtstreeks in het vlees geopenbaard. Dit maakt het des te duidelijker dat God in het vlees leeft en een meer praktische God is, waaruit blijkt dat God bestaat, waarmee een einde komt aan het tijdperk van de rebellie van de mensheid tegen God.
uit ‘Hoofdstuk 6’ van Gods woorden aan het hele universum in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
De vleesgeworden Mensenzoon drukte door Zijn menselijkheid Gods goddelijkheid uit en bracht de wil van God over op de mensheid. En door de uitdrukking van Gods wil en gezindheid openbaarde Hij de mensen ook de God in het spirituele rijk die niet gezien of aangeraakt kan worden. Wat mensen zagen was God Zelf, tastbaar en met vlees en botten. De vleesgeworden Mensenzoon maakte dus dingen zoals Gods eigen identiteit, status, beeld, gezindheid en wat Hij heeft en is concreet en vermenselijkt. Hoewel het uiterlijk voorkomen van de Mensenzoon wat betreft het beeld van God enige beperkingen kende, waren Zijn essentie en wat Hij heeft en is geheel in staat Gods eigen identiteit en status te vertegenwoordigen – er waren slechts enkele verschillen in de uitdrukkingsvorm. Het maakt niet uit of het nu de menselijkheid of goddelijkheid van de Mensenzoon is, we kunnen niet ontkennen dat Hij Gods eigen identiteit en status vertegenwoordigde. Tijdens deze periode werkte God echter door het vlees, sprak Hij vanuit het perspectief van het vlees en stond Hij voor de mensheid met de identiteit en status van de Mensenzoon. Dit bood mensen de gelegenheid de ware woorden en het ware werk van God onder de mensheid te ontmoeten en ervaren. Het stelde mensen ook in staat inzicht te verwerven in Zijn goddelijkheid en grootheid te midden van nederigheid en een voorlopig begrip en een voorlopige definitie te vormen van de authenticiteit en de werkelijkheid van God. Hoewel het werk dat door de Heer Jezus werd voltooid, Zijn manier van werken en het perspectief van waaruit Hij sprak verschilde van Gods echte persoon in het spirituele rijk, representeerde alles aan Hem werkelijk God Zelf zoals mensen Hem nog nooit eerder hadden gezien – dit kan niet worden ontkend! Dat wil zeggen, in welke vorm God ook verschijnt, vanuit welk perspectief Hij ook spreekt of in welk beeld Hij de mensheid ook confronteert, God vertegenwoordigt altijd niets anders dan Zichzelf. Hij kan geen mens vertegenwoordigen – Hij kan geen verdorven mens vertegenwoordigen. God is God Zelf, dit kan niet worden ontkend.
uit ‘Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Toen Jezus in Zijn gebeden God in de hemel Vader noemde, deed Hij dit alleen vanuit het perspectief van een geschapen mens, alleen omdat de Geest van God Zich in gewoon en normaal vlees had gehuld en de uiterlijke bedekking van een schepsel had. Ook al had Hij de Geest van God in Zich, toch was Zijn uiterlijke verschijning die van een gewoon mens; met andere woorden, Hij was de ‘Mensenzoon’ geworden waar iedereen, inclusief Jezus Zelf, over sprak. Omdat Hij de Mensenzoon genoemd wordt, is Hij een persoon (man of vrouw, in ieder geval iemand met het uiterlijk omhulsel van een mens) die in een normaal gezin van gewone mensen wordt geboren. Daarom was hoe Jezus God in de hemel Vader noemde hetzelfde als hoe jullie Hem aanvankelijk Vader noemden; Hij deed dit vanuit het perspectief van een mens van de schepping. Kennen jullie het Onze Vader nog dat Jezus jullie uit het hoofd heeft laten leren? “Onze Vader, die in de hemel zijt …” Hij heeft alle mensen gevraagd God in de hemel bij de naam Vader te noemen. En omdat Hij Hem ook Vader noemde, deed Hij dat vanuit het perspectief van iemand die op gelijke voet met jullie allemaal staat. Uit het feit dat jullie God in de hemel bij de naam Vader noemen blijkt dat Jezus Zichzelf op gelijke voet met jullie zag staan, en Zichzelf beschouwde als een mens op aarde die door God is gekozen (dat wil zeggen de Zoon van God). Als jullie God ‘Vader’ noemen, is dat dan niet omdat jullie een schepsel zijn? Hoe groot het gezag van Jezus op aarde ook is, vóór de kruisiging was Hij niet meer dan een door de Heilige Geest (dat wil zeggen God) beheerste Mensenzoon en een van de schepselen op aarde, want Hij moest Zijn werk nog afmaken. Dat Hij God in de hemel Vader noemde was daarom slechts Zijn nederigheid en gehoorzaamheid. Dat Hij God (dat wil zeggen de Geest in de hemel) op zo’n manier aansprak is echter nog geen bewijs dat Hij de Zoon van de Geest van God in de hemel is. Het betekent eerder gewoon dat Zijn perspectief anders is, niet dat Hij een ander persoon is. Het bestaan van afzonderlijke personen is een misvatting! Voor Zijn kruisiging was Jezus een Mensenzoon die aan de beperkingen van het vlees was gebonden en had Hij niet het volledige gezag van de Geest. Daarom kon Hij de wil van God de Vader alleen zoeken vanuit het perspectief van een schepsel. Het is zoals Hij in Getsemane driemaal in gebed zei: “Niet mijn wil maar uw wil geschiede.” Voordat Hij op het kruis werd gelegd was Hij slechts de koning van de Joden, Hij was Christus de Mensenzoon en niet een lichaam van glorie. Daarom noemde Hij God Vader vanuit het standpunt van een schepsel.
uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Er zijn er nog die zeggen: “Heeft God niet uitdrukkelijk gezegd dat Jezus Zijn geliefde Zoon was?” Jezus is de geliefde Zoon van God, in wie Hij welbehagen heeft gevonden – dit is zekerlijk gezegd door God Zelf. Dat was God die van Zichzelf getuigde maar vanuit een ander perspectief, het perspectief van de Geest in de hemel die van Zijn eigen incarnatie getuigt. Jezus is Zijn incarnatie, niet Zijn Zoon in de hemel. Begrijp je? Wijzen de woorden van Jezus, “Ik ben in de Vader en de Vader is in mij” er niet op dat Zij één Geest zijn? En is het niet voor de incarnatie dat Zij zijn gescheiden tussen hemel en aarde? In werkelijkheid zijn Zij nog steeds één, het is gewoon God die getuigenis geeft voor Zichzelf. Ten gevolge van de veranderende tijdperken, de vereisten van het werk en de verschillende stadia van Zijn managementplan noemt de mens Hem bij verschillende namen. Toen Hij het eerste stadium van het werk kwam uitvoeren kon Hij alleen maar Jehova worden genoemd, de herder van de Israëlieten. In het tweede stadium kon de geïncarneerde God alleen maar Heer en Christus worden genoemd. Maar toen zei de Geest in de hemel alleen maar dat Hij de geliefde Zoon van God was en vermeldde daar niet bij dat Hij de enige Zoon van God was. Dit is gewoon niet gebeurd. Hoe kan God nu maar een enig kind hebben? Zou God dan niet mens geworden zijn? Omdat Hij de incarnatie was, werd Hij de geliefde Zoon van God genoemd en hieruit ontstond de Vader-Zoon relatie. Dit kwam gewoon door de scheiding tussen hemel en aarde. Jezus bad vanuit het perspectief van het vlees. Omdat Hij het vlees van een dergelijke normale menselijkheid had aangenomen, is het vanuit het perspectief van het vlees dat Hij zei: “Mijn omhulsel is het omhulsel van een schepsel. Omdat ik vlees heb aangenomen om op deze aarde te komen, ben ik nu heel ver weg van de hemel.” Daarom kon Hij alleen tot God de Vader bidden vanuit het perspectief van het vlees. Dat was Zijn plicht, dat was waarmee de geïncarneerde Geest van God moest worden uitgerust. Er kan niet gezegd worden dat Hij God niet is, alleen maar omdat Hij vanuit het perspectief van het vlees tot de Vader bidt. Hoewel Hij de geliefde Zoon van God wordt genoemd, is Hij toch God Zelf, want Hij is slechts de incarnatie van de Geest en Zijn wezen is nog steeds de Geest.
uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Als iemand van jullie zegt dat de Drie-eenheid inderdaad bestaat, laat hij dan eens uitleggen wat deze ene God in drie personen precies is. Wat is de Heilige Vader? Wat is de Zoon? Wat is de Heilige Geest? Is Jehova de Heilige Vader? Is Jezus de Zoon? Hoe zit het dan met de Heilige Geest? Is de Vader niet een Geest? Is het wezen van de Zoon niet ook een Geest? Was het werk van Jezus niet het werk van de Heilige Geest? Was het werk van Jehova niet indertijd door een Geest als Jezus uitgevoerd? Hoeveel Geesten kan God hebben? Volgens jouw uitleg zijn de drie personen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één. Als dat zo is, dan zijn er drie Geesten. Maar drie Geesten betekent drie Goden. Dat betekent dat er niet één ware God is. Hoe kan een dergelijke God dan nog het eigenlijke wezen van God bezitten? Als je accepteert dat er maar één God is, hoe kan Hij dan een zoon hebben en een vader zijn? Zijn dit niet gewoon allemaal noties van jou? Er is maar één God en er zit maar één persoon in deze God, en er is maar één Geest van God, al staat er nog zo in de bijbel: “Er is maar één Heilige Geest en maar één God.” Ongeacht of de Vader en de Zoon waar je het over hebt bestaan, is er uiteindelijk maar één God, en het wezen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest waarin je gelooft is het wezen van de Heilige Geest. Met andere woorden, God is een Geest, maar Hij is in staat vlees te worden en onder de mensen te leven en ook kan Hij boven alle dingen staan. Zijn Geest is alomvattend en alomtegenwoordig. Hij kan tegelijkertijd in het vlees zijn en in heel het universum. Omdat alle mensen zeggen dat God de enige ware God is, is er maar één enkele God, niet willekeurig deelbaar door iemand! God is slechts één Geest, en slechts één persoon. Dat is de Geest van God. Als het is zoals jij zegt – de Vader, de Zoon en de Heilige Geest – zijn er dan geen drie Goden? De Heilige Geest is één ding, de Zoon een ander, en de Vader wéér een ander. Het zijn verschillende personen met een verschillend wezen. Hoe kunnen ze dan ieder deel van één enkele God zijn? De Heilige Geest is een Geest, dit is makkelijk te begrijpen voor een mens. Als dit zo is, dan is de Vader nog meer een Geest. Hij is nooit naar de aarde afgedaald of vlees geworden; Hij is Jehova God in het hart van de mens en Hij is zeker ook een Geest. Wat is dan de relatie tussen Hem en de Heilige Geest? Is het een Vader-Zoonrelatie? Of is het de relatie tussen de Heilige Geest en de Geest van de Vader? Is het wezen van elke Geest hetzelfde? Of is de Heilige Geest een instrument van de Vader? Hoe kan dit worden verklaard? Wat heeft de Zoon dan voor relatie met de Heilige Geest? Is dat een relatie tussen twee Geesten of de relatie tussen een mens en een Geest? Dit zijn allemaal onverklaarbare zaken! Als Zij samen één Geest zijn kan er geen sprake van drie personen zijn, want Zij bezitten één Geest. Als Zij afzonderlijke personen zouden zijn, dan zouden Hun Geesten verschillende kracht bezitten en dan konden Zij gewoon niet één enkele Geest zijn. Dit concept van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is gewoon absurd! Het segmenteert God en splitst Hem op in drie personen, elk met een eigen status en Geest; hoe kan Hij dan nog één Geest en één God zijn? Zeg mij, zijn de hemel en de aarde en alle dingen erin en erop door de Vader, de Zoon of de Heilige Geest geschapen? Er wordt gezegd dat Zij dit allemaal samen hebben geschapen. Wie heeft dan de mensheid verlost? Was dat de Heilige Geest, de Zoon of de Vader? Er wordt gezegd dat het de Zoon was die de mensheid heeft verlost. Wie is de Zoon dan in wezen? Is Hij niet de incarnatie van de Geest van God? De geïncarneerde noemt God in de hemel bij de naam Vader vanuit het perspectief van een geschapen mens. Weet je niet dat Jezus uit de ontvangenis van de Heilige Geest is geboren? In Hem huist de Heilige Geest. Wat je ook zegt, Hij is altijd één met God in de hemel, want Hij is de incarnatie van de Geest van God. Dit idee over de Zoon is gewoon niet waar. Er is één Geest die al het werk uitvoert; alleen God Zelf, dat wil zeggen dat de Geest van God Zijn werk uitvoert. Wie is de Geest van God? Is dat niet de Heilige Geest? Is het niet de Heilige Geest die in Jezus werkt? Als het werk niet door de Heilige Geest (dat wil zeggen de Geest van God) was uitgevoerd, zou Zijn werk God Zelf dan kunnen vertegenwoordigen?
uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Wat de mens als eerste zag was de Heilige Geest die als een duif op Jezus neerdaalde. Dit was niet uitsluitend de Geest van Jezus, maar juist de Heilige Geest. Kan de Geest van Jezus dan van de Heilige Geest afgescheiden worden? Als Jezus Jezus is, de Zoon, en de Heilige Geest de Heilige Geest is, hoe kunnen Zij dan één zijn? Als dit zo was, zou het werk niet gedaan kunnen worden. De Geest in Jezus, de Geest in de hemel en de Geest van Jehova zijn één. Het kan de Heilige Geest genoemd worden, de Geest van God, de zevenmaal geïntensiveerde Geest en de alomvattende Geest. De Geest van God kan veel werk uitvoeren. Hij kan de wereld scheppen en door een vloed vernietigen; Hij kan de hele mensheid verlossen en bovendien de hele mensheid overwinnen en vernietigen. Dit werk wordt helemaal door God Zelf uitgevoerd en kan niet door een van de andere personen van God in Zijn plaats zijn gedaan. Zijn Geest kan Jehova of Jezus worden genoemd, maar ook de Almachtige. Hij is de Heer, en Christus. Hij kan ook de Mensenzoon worden. Hij is in de hemelen en ook op aarde; Hij is hoog boven de universums en onder de menigten. Hij is de enige Heer van de hemelen en de aarde! Vanaf het moment van de schepping tot nu is dit werk door de Geest van God Zelf uitgevoerd. Of het nu het werk in de hemelen of in het vlees betreft, alles is door Zijn eigen Geest uitgevoerd. Alle schepselen zijn in de palm van Zijn almachtige hand, of ze nu in de hemel of op aarde zijn. Dit is allemaal het werk van God Zelf en kan door niemand anders dan door Hem worden gedaan. In de hemelen is Hij de Geest, maar ook God Zelf; onder de mensen is Hij vlees maar blijft Hij God Zelf. Al kan Hij bij honderdduizenden namen worden genoemd, Hij is nog steeds Zichzelf en al het werk[a] is de rechtstreekse uitdrukking van Zijn Geest. De verlossing van de hele mensheid door Zijn kruisiging was het directe werk van Zijn Geest, en dit geldt ook voor de verkondiging aan alle naties en alle landen tijdens de laatste dagen. God kan altijd enkel maar almachtig genoemd worden, en de enige ware God, de alomvattende God Zelf. De afzonderlijke personen bestaan niet, laat staan dit idee van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest! Er is maar één God in de hemel en op aarde!
uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Voetnoten:
a. De oorspronkelijk tekst bevat niet de frase “het werk”.
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Reactie schrijven