· 

Praktijk (7)

Jullie menselijkheid is te ontoereikend, jullie levensstijl is te ondermaats en onbeschaafd, jullie hebben geen menselijkheid en het ontbreekt jullie aan inzicht. Daarom moeten jullie jezelf toerusten met menselijke dingen. Een geweten, rationaliteit en inzicht hebben, weten hoe je moet spreken en tegen dingen aan moet kijken, letten op reinheid, handelen als een normaal mens — dit hoort allemaal bij de kennis van het normale mens-zijn. Doe je dit op de juiste wijze, dan zul je aan de normen van menselijkheid voldoen. Het andere aspect is jullie zelf voor het geestelijke leven toerusten. Jullie moeten Gods werk op aarde in zijn geheel kennen en Zijn woorden ervaren. Je dient te weten hoe je Zijn regelingen moet gehoorzamen en hoe je de plicht van een schepsel vervult. Deze twee aspecten moet je vandaag binnengaan. Eén aspect is jezelf uitrusten voor het menselijke leven en het andere aspect is de praktijk met betrekking tot het geestelijke leven — en beide zijn onmisbaar. Sommige mensen zijn absurd en weten zich alleen toe te rusten met de menselijke kanten. Ze dragen nette kleding en hun haar is altijd schoon; hun uiterlijk is altijd picobello. De dingen die ze zeggen en hun manier van spreken zijn gepast, en hun kleding is gedistingeerd en netjes. Maar van binnen zit er niets; hun normale menselijkheid zit alleen aan de buitenkant. Ze bekommeren zich alleen om wat ze moeten eten, moeten dragen en moeten zeggen. Sommigen zijn zelfs alleen bezig met de vloer vegen, beddengoed opstapelen en schoonmaken. Ze zijn zeer bedreven in al deze dingen, maar wanneer je ze naar hun kennis van Gods werk van de laatste dagen en van tuchtiging, loutering, beproevingen en oordeel vraagt, hebben ze geen greintje ervaring met zulke zaken. Je vraagt ze: “Begrijp je het voornaamste werk dat God op aarde doet? Wat is het werk dat de vleesgeworden God doet? Hoe verschilt het van het werk van Jezus? En hoe verschilt het van het werk van Jehova? Zijn ze niet één God? Is Hij gekomen om het tijdperk af te sluiten of om de mensheid te redden? Wat is het werk dat Hij doet?” Daar zullen ze niets op te zeggen hebben. Voor het oog zien ze er prachtig uit: de zusters hebben zich mooi opgemaakt als een bloem en de broeders zien er als een prins uit, of sommigen als een rijke jonge dandy. Ze bekommeren zich alleen om wat ze eten en aan kleding dragen; van binnen zijn ze armetierig en hebben ze geen greintje kennis van God. Wat heeft het voor zin? Anderen zijn slonzig gekleed, als een bedelaar, en zien er als slaven uit het oosten uit! Begrijpen jullie echt niet wat ik van jullie vraag? Overleg onderling: wat hebben jullie gewonnen? Jullie hebben al deze jaren gestreefd en dit is alles wat jullie geoogst hebben — voelen jullie je niet opgelaten? Schamen jullie je niet? Jullie hebben de ware weg al deze jaren bewandeld en vandaag is jullie gestalte nog kleiner dan een musje. Kijk naar de jongedames onder jullie, mooi opgemaakt als een bloem, bezig met elkaar onderling te vergelijken. Op basis waarvan vergelijken jullie elkaar? Gaat het niet om plezier? En de eisen die jullie stellen? Denken jullie dat ik modellen ben komen werven? Jullie kennen geen schaamte! Waar is jullie leven? Streven jullie geen buitensporige verlangens na? Je vindt jezelf zo mooi. Je bent misschien wel heel knap, maar ben je niet een kruipende made die in de mesthoop is geboren? Dat je vandaag het geluk hebt om deze hemelse zegeningen te genieten, komt omdat God je bij uitzondering opbeurt en niet vanwege je fraaie gezicht; is het nog steeds niet duidelijk waar je vandaan bent gekomen? Bij het noemen van het leven houd je je mond en zeg je niets, je bent dan als een houten kip en toch heb je het lef om make-up op te doen? Je wilt nog steeds poeder op je gezicht doen? En kijk naar de playboys onder jullie — ze zijn zo eigenzinnig, ze paraderen de hele dag rond, met een nonchalante uitdrukking op hun gezicht. Ze gedragen zich overal onbehoorlijk, is er iets menselijks aan ze? Waar schenken jullie, mannen en vrouwen, de hele dag jullie aandacht aan? Weten jullie wie voor jullie eten zorgt? Kijk naar je kleding, kijk naar wat je hebt geoogst in je handen, wrijf over je buik — wat is de vrucht van de prijs van bloed en zweet dat je hebt betaald? Je wilt er nog steeds op uit om van alles te zien, je wilt je stinkende vlees nog steeds met fraaie kleding tooien — wat heeft dit voor waarde! Jou is gevraagd om normaal te zijn, maar je bent vandaag niet alleen niet normaal, je bent het tegenovergestelde. Hoe kan zo iemand voor mijn aangezicht durven te komen? Ben je met zo’n menselijkheid, paraderend in het rond en je vlees onthullend, altijd te midden van de lust van het vlees, geen nakomeling van vuile demonen en boze geesten? Ik zal niet toestaan dat zo’n vuile demon lang blijft! En denk niet dat ik niet weet wat je in je hart denkt. Je houdt je lust en je vlees misschien wel strak in bedwang, maar kan ik de gedachten in je hart en alles wat je ogen begeren niet weten? Maken jullie jongedames jezelf niet mooi op als een bloem om met jullie vlees te koop te lopen? Wat hebben jullie aan de mannen? Kunnen ze jullie echt redden uit de zee van ellende? En jullie playboys kleden jullie allemaal om er als een gedistingeerde heer uit te zien — doen jullie dat niet om te laten zien hoe knap jullie zijn? En voor wie doen jullie dit? Wat hebben jullie aan de vrouwen? Zijn ze niet de oorzaak van jullie zonde? Jullie mannen en vrouwen, ik heb veel woorden tot jullie gesproken, toch hebben jullie er maar enkele opgevolgd. Jullie oren zijn toegestopt, jullie ogen zijn wazig geworden en jullie hart is verstokt, zodat jullie lijf alleen maar met lust is gevuld; jullie zijn erin verstrikt en kunnen er niet aan ontsnappen. Wie wil er in de buurt komen bij jullie maden, kruipend in het vuil en viezigheid? Bedenk dat jullie niet meer zijn dan mensen die ik van de mesthoop heb gehaald, dat jullie oorspronkelijk geen normale menselijkheid bezaten. Wat ik van jullie vraag, is de normale menselijkheid die jullie oorspronkelijk niet bezaten; ik vraag niet dat jullie met jullie lust te koop lopen of dat jullie je ranzige vlees de vrije teugels geven, dat zo veel jaar door de duivel is getraind. Wanneer jullie je zo netjes kleden, zijn jullie dan niet bang dat jullie steeds dieper verstrikt raken? Weten jullie niet dat jullie oorspronkelijk de zonde toebehoorden? Weten jullie niet dat jullie lichaam met lust vervuld is? Jullie lust sijpelt zelfs door jullie kleding heen en onthult jullie toestand als een ondraaglijk lelijke, vuile demon. Is dit niet wat van jullie allemaal het duidelijkst is? Jullie hart, jullie ogen, jullie lippen — zijn ze niet allemaal verontreinigd door vuile demonen? Zijn ze niet vuil? Je denkt dat je uitermate heilig bent zolang je niets immoreels[a] doet; jullie denken dat jullie met nette kleding jullie verachtelijke ziel kunt bedekken — vergeet het maar! Ik adviseer jullie om realistischer te zijn: wees niet frauduleus, doe jullie niet anders voor en loop niet met jezelf te koop. Jullie pronken met jullie lust jegens elkaar, maar jullie zal alleen maar eeuwig leed en harteloze kastijding te beurt vallen! Welke behoefte heb je om met elkaar te flirten en verliefd te zijn? Is dit jullie rechtschapenheid? Werkt dit verheffend? Ik verafschuw de mensen onder jullie die aan tovenarij doen en mensen met tovenarij proberen te genezen, ik verafschuw jonge mannen en vrouwen onder jullie die hun eigen vlees liefhebben. Jullie moeten jezelf beheersen, want vandaag vraag ik dat jullie normale menselijkheid bezitten, niet dat jullie met jullie lust pronken. Jullie grijpen altijd elke kans die je kunt, want jullie vlees is te overdadig en jullie lust te groot!

Aan de buitenkant heb je je leven als mens heel goed geregeld, maar wanneer je naar de kennis van het leven wordt gevraagd, heb je niets te zeggen — en hierin ben je armzalig. Je moet jezelf met de waarheid uitrusten! Je menselijke leven is ten goede veranderd en je innerlijke leven zal ook veranderen — je gedachten en je kijk op het geloof in God zullen veranderen, de kennis en je denkwijze zullen veranderen, en de kennis van God in je opvattingen zal veranderen. Dankzij de juiste aanpak, openbaring en voorzienigheid verander je gaandeweg je kennis van jezelf, je bestaan en het geloof in God, waardoor je kennis zuiver wordt. Op deze manier zullen de gedachten in mensen veranderen, zal de wijze waarop zij dingen zien, veranderen en zal hun mentale kijk veranderen. Pas dan zal de gezindheid van hun leven veranderd zijn. Je hoeft niet de hele dag boeken te lezen, je kamer op te ruimen, kleren te wassen of schoon te maken. Natuurlijk moeten er geen problemen met je normale menselijkheid zijn — dit is de allerminste vereiste. Wanneer je eropuit gaat, moet je wel over enig inzicht en rationaliteit beschikken, maar het belangrijkste is dat je uitgerust bent met de waarheid van het leven. Wanneer de dingen van de geest ter sprake komen, ben je geneigd om menselijke zaken aan de kant te zetten; dat is verkeerd. Wanneer je jezelf uitrust met betrekking tot het leven, moet je in staat zijn om te spreken over de kennis van God, over je kijk op het bestaan en, in het bijzonder, over je kennis van het werk dat God in de laatste dagen doet. Aangezien je naar het leven streeft, moet je jezelf met deze dingen uitrusten. Wanneer je de woorden van God eet en drinkt, moet je ze afzetten tegen je eigen feitelijke toestand. Dat wil zeggen: nadat je de tekortkomingen bij jezelf ontdekt in je echte ervaringen, moet je in staat zijn om een pad voor praktische beoefening te vinden en je verkeerde motivaties en opvattingen de rug toe te keren. Als je hier altijd goed je best in doet en je hart altijd is gericht op deze dingen, dan zul je een pad hebben om te volgen, zul je je niet leeg voelen en zul je aldus in staat zijn om een normale toestand te handhaven. Pas dan zul je iemand zijn die belast is door je eigen leven en pas dan zul je iemand zijn die geloof heeft. Waarom kunnen mensen Gods woorden niet in praktijk brengen, nadat ze die gelezen hebben? Komt dat niet omdat ze de kern niet kunnen vatten? Komt dat niet omdat ze een spelletje spelen met het leven? Dat ze de kern niet kunnen vatten en geen pad voor praktische beoefening hebben, komt omdat ze die niet kunnen afzetten tegen hun eigen toestand en hun eigen toestand niet de baas kunnen worden. Sommige mensen zeggen: ik heb ze afgezet tegen mijn toestand, ik weet dat ik verdorven ben en dat mijn kaliber ondermaats is, maar ik ben niet in staat om aan Gods wil te voldoen. Hierin heb je nog maar de buitenkant gezien; hoe zet je de geneugten van het vlees aan de kant, hoe zet je zelfingenomenheid aan de kant, hoe verander je jezelf, hoe doe je je intrede in deze dingen, hoe verbeter je je kaliber, met welk aspect moet je beginnen — al die dingen zijn reëel. Je vat maar een paar uiterlijke dingen, je weet alleen dat je in werkelijkheid erg verdorven bent. Wanneer je je broeders en zusters ontmoet, praat je erover hoe verdorven je bent; je lijkt dit te beseffen en je lijkt onder je leven gebukt te gaan. In feite ben je niet veranderd, wat bewijst dat je het pad van de praktijk niet gevonden hebt. Als je een kerk leidt en de toestand van broeders en zusters in de kerk aankaart, zeg je misschien: “Nergens is men meer achtergebleven dan hier; jullie zijn ongehoorzaam!” In wat voor opzicht ze ongehoorzaam en achtergebleven zijn, moet je over hun manifestaties spreken — over hun ongehoorzame toestand en ongehoorzame gedrag — en ze volkomen overtuigen. Je moet over feiten spreken en voorbeelden geven om de kwestie toe te lichten; je moet ook in staat zijn om uit te leggen hoe iemand zich van dit opstandige gedrag kan ontdoen en wijzen op het pad van de praktijk. Alleen dan zul je ze overtuigen! Zeg je alleen: “Ik wil deze plaats niet bezoeken; nergens zijn ze meer achtergebleven dan jullie, jullie zijn te opstandig”, dan zal niemand na het horen van je woorden een pad hebben — hoe ga je mensen dan leiden? Je moet spreken over hun feitelijke toestand en feitelijke manifestaties; alleen dan zul je een pad van de praktijk hebben en alleen dan zul je de werkelijkheid hebben.

Momenteel zijn er veel waarheden vrijgegeven. Maar je moet wel verbanden leggen: je moet kunnen vaststellen hoeveel waarheden er zijn. Welke aspecten van normale menselijkheid men moet bezitten, de belangrijkste aspecten van veranderingen in iemands gezindheid, de verdieping van visies, welke foutieve middelen om kennis en ervaring op te doen van mensen door de eeuwen heen je hebt leren onderkennen — je hebt pas het juiste pad betreden wanneer je in staat bent om deze dingen te onderscheiden en te kennen. Religieuze mensen vereren de Bijbel alsof die God is. In het bijzonder beschouwen ze de vier evangeliën van het Nieuwe Testament als de vier gezichten van Jezus. Zo wordt er ook gerept over de Drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze zijn het absurdst van allemaal. Jullie moeten er allemaal doorheen kijken; bovendien moeten jullie het wezen van de vleesgeworden God en het werk van de laatste dagen kennen. Er zijn ook die oude methoden van handelen in de praktijk: leven in de geest, vervuld zijn met de Heilige Geest, berusting in tegenspoed, onderwerping aan gezag — je moet ook deze misvattingen en afwijkingen met betrekking tot de praktijk kennen; je moet weten[b] hoe mensen vroeger in de praktijk handelden en hoe mensen tegenwoordig in de praktijk moeten handelen. Hoe werkers behoren samen te werken met elkaar in de kerken, hoe je zelfingenomenheid aan de kant zet en je niet op status laat voorstaan, hoe broeders en zusters met elkaar behoren op te schieten, hoe je aan normale relaties met andere mensen en met God werkt, hoe je normaliteit bereikt in het menselijke leven, wat mensen dienen te bezitten in hun geestelijke leven, hoe ze Gods woorden behoren te eten en te drinken, wat met kennis samenhangt, wat met visies te maken heeft, wat het pad van de praktijk is — is over dit alles niet gesproken? Deze woorden zijn beschikbaar voor hen die ernaar streven en niemand krijgt een voorkeursbehandeling. Jullie kunnen vandaag het vermogen cultiveren om onafhankelijk te leven. Als jullie altijd de mentaliteit van afhankelijkheid hebben, zul je in de toekomst, wanneer er niemand is om je te leiden, aan deze woorden van mij denken. In tijden van beproeving is het niet mogelijk om het leven van de kerk te leiden. Broeders en zusters kunnen niet samenkomen, de meesten van hen zijn op zichzelf aangewezen en kunnen alleen omgaan met de mensen uit één plaats, dus is je huidige gestalte niet genoeg. Velen zullen het in tijden van beproeving moeilijk vinden om standvastig te blijven. Alleen de mensen die de weg van het leven kennen en met de waarheid zijn uitgerust, kunnen vooruitgang blijven maken en heilig worden. Beproevingen ondergaan is moeilijk voor je; mocht je denken dat je met een paar dagen door je beproeving heen bent, dan denk je er te licht over! Je denkt dat je dan wel standvastig zult kunnen zijn als je maar blind Gods woorden eet en drinkt — dat is niet het geval! Als je deze wezenlijke dingen niet weet, niet kunt vatten wat belangrijk is en geen pad voor de praktijk hebt, zul je in verwarring zijn wanneer de tijd komt, je zult de verleiding van Satan en het louteringsproces dan niet doorstaan. Als je geen waarheid bezit en geen visie hebt, zul je ineenstorten wanneer de tijd komt; in die tijd zul je alle hoop opgeven en zeggen: “Wel, ik ga toch dood, ik kan net zo goed tot het bittere einde getuchtigd worden! Het maakt mij niet uit, tuchtiging of de poel van vuur, ik aanvaard ze allebei — ik zie wel wat er gebeurt!” Het lijkt wel op de tijd van de dienstdoeners. Mensen dachten dat[c] ze als dienstdoeners niet langer naar het leven hoefden te streven en dat het okay was om te roken en te drinken. Tv kijken, films kijken — dat deden ze allemaal. Wanneer de omgeving vijandig is en je er niet tegenop kunt, laat je alle hoop varen zodra je jezelf een beetje laat gaan. Zo word je, zonder het te beseffen, door Satan gevangengenomen. Als je de invloed van Satan niet kunt overwinnen, word je door Satan gevangengenomen en weer aan vernietiging overgeleverd. Dus moet je je vandaag uitrusten, je moet onafhankelijk kunnen leven en wanneer je Gods woorden leest, moet je op een pad van de praktijk kunnen letten. Als niemand naar de kerk komt om te werken, moet je nog steeds een pad hebben om te volgen, je moet je eigen tekortkomingen kunnen vinden, alsook de waarheden die je in de praktijk moet brengen en waar je jezelf mee moet uitrusten. Zal God de mens na op aarde te zijn gekomen altijd blijven vergezellen? Sommige mensen houden er deze opvattingen op na: als u ons niet bewerkt tot een bepaald punt, kan uw werk niet als voltooid worden beschouwd, want Satan klaagt u aan. Ik zeg je: wanneer ik mijn woorden allemaal heb gesproken, dan heb ik mijn werk met succes afgerond. Pas wanneer mijn uitspraken zijn geëindigd, zal mijn werk voltooid zijn. Het einde van mijn werk is het bewijs dat Satan verslagen is, en kan in die zin dan ook geslaagd worden genoemd, zonder enige aanklacht van Satan. Maar wanneer mijn werk is geëindigd en jullie nog steeds niet veranderd zijn, dan zijn mensen zoals jullie niet meer te redden en zullen jullie vernietigd worden; ik doe niet meer werk dan nodig is. Het is niet zo dat ik mijn werk op aarde voleindig wanneer je overwonnen bent tot op een bepaald punt — wanneer jullie allemaal duidelijke kennis hebben, je kaliber is verbeterd en je zowel intern als extern getuigenis aflegt. Dat zou onmogelijk zijn! Het werk dat ik vandaag in jullie doe, is om jullie naar een normaal leven toe te leiden, een nieuw tijdperk in te luiden en nieuw werk te leiden. Dit werk, dat stap voor stap plaatsvindt, wordt rechtstreeks onder jullie uitgevoerd: jullie krijgen één op één, hand in hand onderricht; ik vertel jullie alles wat jullie niet begrijpen en voorzie jullie van alles wat je jullie nog niet hebben. Je kunt zeggen dat al dit werk voor jullie is om jullie het leven te verschaffen en het voert jullie naar een normaal menselijk leven; het is uitsluitend bedoeld om het leven te verschaffen aan een groep mensen gedurende de laatste dagen. Voor mij dient al dit werk om het tijdperk af te sluiten en een nieuw tijdperk in te luiden; wat Satan betreft, is God vlees geworden om hem te verslaan. Het werk dat ik heden onder jullie doe, is de voorziening voor vandaag en tijdige verlossing, maar in deze paar korte jaren zal ik jullie alle waarheden, de weg van het leven en zelfs het werk van de toekomst vertellen. Dat zal genoeg zijn zodat jullie in de toekomst normale ervaringen zullen hebben. Alle woorden die ik spreek, zijn mijn enige aansporing aan jullie. Verdere aansporingen geef ik niet; vandaag zijn alle woorden die ik tot jullie spreek mijn aansporing aan jullie, want vandaag hebben jullie geen ervaring met veel woorden die ik spreek en begrijpen jullie de diepere betekenis van deze woorden niet. Op een dag zullen jullie ervaringen vruchten gaan voortbrengen, precies zoals ik vandaag gesproken heb. Deze woorden zijn jullie visies van vandaag en zijn waar jullie in de toekomst op zullen vertrouwen, ze zorgen vandaag voor het leven en zijn de aansporing voor de toekomst, en er is geen betere aansporing. Dat komt omdat de tijd die ik heb om op aarde te werken niet zo lang is als de tijd die jullie hebben om mijn woorden te ervaren; ik voleindig slechts mijn werk, terwijl jullie het leven nastreven, wat een lange levensreis inhoudt. Jullie zullen pas na het ervaren van vele dingen in staat zijn om de weg van het leven volledig te verkrijgen, pas dan zullen jullie de diepere betekenis kunnen doorgronden van de woorden die ik vandaag spreek. Jullie hebben mijn woorden in jullie handen, jullie hebben al mijn opdrachten ontvangen, ik heb jullie alles opgedragen wat jullie behoren te doen. Hoe groot het bereikte effect ook is, wanneer het werk van het woord ten einde is gekomen, is Gods wil uitgevoerd. Het is niet zo naar jouw opvatting dat je in een bepaalde mate veranderd moet zijn; God handelt niet volgens jouw opvattingen.

Een mensenleven ontwikkelt zich niet in slechts enkele dagen. Ze hebben elke dag misschien wel veel te eten en te drinken, maar dat is niet genoeg — ze moeten een periode van groei doormaken in hun leven, dit is een noodzakelijk proces. Hoeveel kan het leven van mensen gezien hun huidige kaliber groeien? God werkt volgens de behoeften van mensen en stelt gepaste eisen op basis van hun inherente kaliber. Stel dat dit werk werd uitgevoerd onder mensen van een hoger kaliber. Zijn uitspraken zouden dan verhevener zijn dan die onder jullie, de visies zouden verhevener zijn en de waarheden zelfs nog verhevener. Gods woorden zouden ernstiger moeten zijn en meer in staat zijn de mens iets op te leveren en mysteries te openbaren. God zou onder hen woorden spreken en in hun behoeften voorzien. Je kunt zeggen dat de eisen die vandaag aan jullie worden gesteld, de hoogst mogelijke eisen aan jullie zijn; als dit werk werd uitgevoerd onder mensen met een hoger kaliber, zouden de eisen nog hoger zijn. Al het werk van God wordt uitgevoerd op basis van het inherente kaliber van mensen. Vandaag is er niets verhevener dan de mate waarin God mensen veranderd en overwonnen heeft. Meet de effecten van deze fase van het werk niet af aan jullie eigen opvattingen. Jullie behoren duidelijk te zijn over wat jullie inherent bezitten en jullie mensen niet te hoog achten; oorspronkelijk streefde niemand van jullie het leven na, jullie waren bedelaars die op straat zwierven. God kan jullie onmogelijk bewerken tot het punt waarop jullie je allemaal uitgestrekt op de grond zien liggen, volkomen overtuigd, alsof jullie een groot visioen hebben gezien! Dat komt omdat niemand die geen tekenen heeft gezien de woorden die ik zeg volledig kan geloven. Jullie kunnen ze wel grondig onderzoeken, maar zouden ze dan nog steeds niet helemaal geloven; dit is de aard van de mens! Mensen die ernaar streven, zullen enige veranderingen ondergaan, terwijl het geloof van andere mensen zal afnemen en zelfs kan verdwijnen. Jullie grootste probleem is dat jullie niet volledig kunnen geloven zonder de vervulling van Gods woorden te hebben gezien en dat jullie niet zijn overtuigd zonder tekenen te hebben gezien. Wie kon vóór deze dingen onherroepelijk trouw zijn aan God? Daarom zeg ik dat jullie niet in God, maar in tekenen geloven. Ik heb voor vandaag duidelijk over uiteenlopende aspecten gesproken en alle aspecten van waarheid belicht. Deze waarheden kunnen elkaar bovendien van dienst zijn. Dus moet je ze nu in praktijk gaan brengen. Ik laat je vandaag het pad zien en in de toekomst zul je ze zelf in praktijk moeten brengen. De woorden die ik spreek, stellen vandaag eisen aan mensen op basis van hun feitelijke omstandigheden en ik werk op basis van hun behoeften en wat er in hen zit. De praktische God is op aarde gekomen om praktisch werk te doen, werk volgens de feitelijke omstandigheden en behoeften van mensen; Hij is niet onredelijk. En wanneer God handelt, dwingt Hij mensen niet. Of je wel of niet trouwt, is bijvoorbeeld een kwestie van je eigen feitelijke situatie; de waarheid is duidelijk tot je gesproken en ik leg je niets in de weg. Sommige families onderdrukken mensen in zo’n mate dat ze niet in God kunnen geloven tenzij ze trouwen — anderzijds is het huwelijk dus in hun voordeel. Voor sommige mensen levert het huwelijk niet alleen geen voordelen op, maar kost het ze zelfs wat ze oorspronkelijk hadden. Dit moet afhangen van je feitelijke omstandigheden en je eigen beslissing. Ik kom niet met regels op basis waarvan ik eisen aan jullie stel. Veel mensen zeggen altijd: “God is echt, Zijn werk is gebaseerd in de werkelijkheid en wordt uitgevoerd volgens onze feitelijke omstandigheden” — maar weet je wat het echt maakt? Spreek geen holle woorden de hele dag! Gods werk is echt en gebaseerd in de werkelijkheid, het omvat geen leerstelligheden, wordt geheel vrijgegeven, is volkomen transparant en niet verhuld. Wat behelzen deze principes? Kun je zeggen op welk werk van God dit van toepassing is? Je moet specifiek zijn en je moet in diverse aspecten ervaring hebben en getuigenis hebben afgelegd. Pas wanneer dit aspect volkomen duidelijk is voor je en je het weet, zul je gekwalificeerd zijn om deze woorden te spreken. Als iemand je vraagt: wat voor werk komt de praktische vleesgeworden God op aarde doen? Waarom noemen jullie Hem de praktische God? Wat houdt “praktisch” in? Kun je spreken van Zijn praktische werk, van wat het specifiek inhoudt? Jezus was de vleesgeworden God en de praktische God is ook de vleesgeworden God — wat is het verschil tussen Hen? En wat zijn de overeenkomsten? Wat voor werk hebben Ze gedaan? Kun je dat zeggen? Dit hoort allemaal bij getuigenis afleggen! Raak niet in de war over deze dingen. Er zijn anderen die zeggen: “Het werk van de praktische God is echt, Hij toont nooit tekenen en wonderen.” Toont Hij echt geen tekenen en wonderen? Weet je dat wel echt? Weet je wat mijn werk is? Er werd gezegd dat er geen tekenen en wonderen zouden worden getoond, maar zijn het werk dat Hij doet en de woorden die Hij spreekt geen tekenen? Er werd gezegd dat er geen tekenen en wonderen zouden worden getoond, maar dat hangt ervan af, het hangt ervan af tot wie deze woorden werden gesproken. Zonder naar de kerk te gaan, heeft Hij de toestand van mensen blootgelegd en zonder enig ander werk uit te voeren, alleen door te spreken, heeft Hij mensen aangespoord — zijn dit geen tekenen? Hij heeft mensen overwonnen door alleen woorden te spreken, en zonder vooruitzichten of hoop volgen mensen nog steeds graag — zijn dit geen tekenen? Wanneer Hij spreekt, roepen Zijn woorden bij mensen een bepaalde stemming op, waarin ze zich misschien blij of melancholisch voelen, of gelouterd of getuchtigd. Met slechts een paar scherpe woorden laat Hij mensen tuchtiging ondergaan — is dit niet bovennatuurlijk? Kan iemand zoiets doen? Je hebt de Bijbel al die jaren gelezen, maar je hebt niets begrepen, niets gezien en je bent niet in staat geweest om die achterhaalde, traditionele geloofsmethoden af te zweren en je hebt de Bijbel nooit kunnen snappen. Toch kan Hij de Bijbel volledig begrijpen — is dit niet iets bovennatuurlijks? Als er niets bovennatuurlijks aan God was toen Hij op aarde kwam, zou Hij jullie dan hebben kunnen overwinnen? Wie zou er zonder Zijn uitzonderlijke, goddelijke werk onder jullie overtuigd zijn? Het lijkt er in jouw ogen op alsof er een normaal mens onder jullie werkt en woont — Hij lijkt qua uiterlijk op een gewoon en normaal mens. Je ziet een normaal menselijk uiterlijk, maar in werkelijkheid is Degene die werkt goddelijk. Degene die werkt heeft geen normale menselijkheid, maar is goddelijk; dit is God Zelf, Hij gebruikt alleen een normale menselijke gedaante om te werken — Zijn werk is daardoor zowel normaal als bovennatuurlijk. Het werk dat Hij doet, kan de mens niet doen. Werk dat onmogelijk is voor normale mensen, wordt door een buitengewoon wezen gedaan. Toch is deze buitengewoonheid goddelijk; het is niet zo dat de mensheid buitengewoon is, maar dat goddelijkheid verschilt van menselijkheid. Degene die door de Heilige Geest wordt gebruikt, heeft eveneens een normale menselijkheid, maar hij is niet in staat om dit werk te doen. Hierin ligt het verschil. Je kunt zeggen: “God is geen bovennatuurlijke God, Hij doet niets bovennatuurlijks. Onze God spreekt woorden die praktisch en echt zijn, Hij is werkelijk en feitelijk naar de kerk gegaan om te werken, elke dag spreekt Hij persoonlijk tot ons en wijst Hij ons onomwonden op onze toestand — onze God is werkelijk echt! Hij leeft onder ons, alles is zo normaal, niets duidt er gewoon op dat Hij God is. Er zijn zelfs momenten waarop Hij boos wordt en wij de majesteit van Zijn toorn aanschouwen, en wanneer Hij glimlacht, zien we Zijn glimlachende houding. Hij is de God Zelf die een tastbare vorm heeft, die van vlees en bloed is gemaakt, die werkelijk en echt is.” Wanneer je op deze manier getuigenis aflegt, is je getuigenis niet compleet. Wat hebben anderen eraan? Als je niet kunt getuigen van het diepere verhaal en het wezen van het werk van God Zelf, dan leg je geen getuigenis af! Getuigenis afleggen vereist bovenal dat je spreekt over je kennis van Gods werk, over hoe God mensen overwint, hoe Hij mensen redt, hoe Hij mensen verandert, hoe Hij mensen leidt om binnen te treden en ze in staat stelt om overwonnen, vervolmaakt en gered te worden. Getuigenis afleggen betekent spreken over Zijn werk en alles wat je ervaren hebt. Alleen Zijn werk vertegenwoordigt Hem en alleen Zijn werk kan Hem in Zijn geheel openbaren; Zijn werk getuigt van Hem. Zijn werk en Zijn uitspraken vertegenwoordigen de Geest rechtstreeks, het werk dat Hij doet, wordt door de Geest uitgevoerd en de woorden die Hij spreekt, worden door de Geest gesproken. Deze dingen worden slechts door het geïncarneerde vlees van God geuit; in werkelijkheid zijn ze de uitingen van de Geest. Het werk dat Hij doet en de woorden die Hij spreekt, vertegenwoordigen Zijn wezen. Als God na Zich in het vlees te hebben gehuld onder de mensen niet sprak of werkte, en jullie dan vroeg Zijn echtheid, Zijn normaliteit en Zijn almacht te leren kennen, zou je dat dan kunnen? Zou je kunnen weten wat het wezen van de Geest is? Zou je in staat zijn om te weten wat Zijn eigenschap is? Het is alleen omdat jullie elke stap van Zijn werk ervaren hebben dat Hij jullie vraagt om over Hem te getuigen. Hadden jullie dit niet ervaren, dan zou Hij jullie dit niet gevraagd hebben. Dus, wanneer je over God getuigt, is dat niet om te getuigen van Zijn uiterlijk of normale menselijkheid, maar van het werk dat Hij doet en het pad dat Hij aangeeft, het is om te getuigen hoe je door Hem bent overwonnen en in welke aspecten je vervolmaakt bent. Dit is het soort getuigenis dat je dient af te leggen. Als je overal waar je bent, roept: onze God is gekomen om te werken, Hij is echt praktisch! Hij heeft ons gewonnen zonder iets bovennatuurlijks of wat voor tekenen en wonderen dan ook! Anderen zullen vragen: wat bedoel je als je zegt dat Hij geen tekenen en wonderen toont? Kan Hij je overwinnen zonder tekenen en wonderen te tonen? En jij zegt dan: Wat hij doet, is spreken. Hij heeft ons overwonnen zonder tekenen en wonderen te tonen — Zijn werk heeft ons overwonnen. Als je uiteindelijk niets wezenlijks kunt zeggen en niet over specifieke zaken kunt praten, ben je dan wel aan het getuigen? Wanneer de praktische God mensen overwint, zijn het Zijn goddelijke woorden die mensen overwinnen. De mensheid kan dit niet bewerkstelligen, geen gewone sterveling kan dit bewerkstelligen en zelfs normale mensen van het hoogste kaliber zijn hiertoe niet in staat, want Zijn goddelijkheid is hoger dan welk schepsel dan ook. Dit is voor mensen buitengewoon; de Schepper is per slot van rekening hoger dan elk schepsel. Er is gezegd dat leerlingen niet beter kunnen worden dan hun leerkracht. Schepselen kunnen niet hoger worden dan de Schepper; als je hoger was dan Hij, zou Hij je niet kunnen overwinnen — Hij kan je overwinnen omdat Hij hoger is dan jij. Hij die de hele mensheid kan overwinnen, is de Schepper, niemand anders dan Hij kan dit werk doen. Dit is getuigenis; dit is het soort getuigenis dat je behoort af te leggen. Je hebt elke stap van tuchtiging, oordeel, loutering, beproevingen, tegenslagen en moeilijkheden ervaren, je bent overwonnen, en je hebt de vooruitzichten van het vlees, je persoonlijke motivaties en de persoonlijke interesses van het vlees verzaakt — met andere woorden: het hart van alle mensen is overwonnen door Gods woorden. Hoewel je niet in de mate bent gegroeid in je leven zoals Hij had gevraagd, weet je deze dingen en ben je volkomen overtuigd door wat Hij doet — dit is dan getuigenis en dit getuigenis is echt! Het werk dat God is komen doen — oordeel en tuchtiging — is bedoeld om de mens te overwinnen, maar Hij voleindigt ook Zijn werk, besluit het tijdperk en voert het laatste hoofdstuk van Zijn werk uit. Hij sluit het hele tijdperk af, redt de hele mensheid, verlost de mensheid totaal van zonde en wint de mensheid die Hij geschapen heeft helemaal. Daar moet je allemaal getuigenis van afleggen.

Je hebt zoveel van Gods werk ervaren, je hebt het met je eigen ogen gezien en het persoonlijk ervaren, wat zou het dan jammer zijn als je uiteindelijk niet eens de functie kunt uitoefenen die je behoort uit te oefenen. In de toekomst, wanneer het evangelie wordt verspreid, moet je in staat zijn om te spreken over je eigen kennis, te getuigen van alles wat je in je hart hebt gewonnen, en daarbij geen moeite sparen. Dit dient een schepsel tot stand te brengen. Wat is de betekenis van deze fase van Gods werk? Wat is het effect ervan? En hoeveel ervan wordt in de mens uitgevoerd? Wat moeten mensen doen? Wanneer jullie duidelijk kunnen spreken over al het werk dat de vleesgeworden God doet na Zijn komst op aarde, dan zal jullie getuigenis compleet zijn. Wanneer je duidelijk kunt spreken over deze vijf dingen — de betekenis, de inhoud en het wezen van Zijn werk, Zijn gezindheid die het vertegenwoordigt en Zijn werkprincipes — dan zal dat het bewijs zijn dat je getuigenis kunt afleggen en dat je de kennis werkelijk bezit. Ik vraag jullie niet veel en dat is voor allen haalbaar die er werkelijk naar streven. Als je vastbesloten bent om een van Gods getuigen te zijn, moet je begrijpen wat God verafschuwt en waar God van houdt. Je hebt veel van Zijn werk ervaren en door dit werk moet je Zijn gezindheid wel leren kennen, wat Hij verafschuwt en waar Hij van houdt, en Zijn wil en Zijn eisen aan de mensheid begrijpen en dit gebruiken om over Hem te getuigen en je plicht te doen. Je zegt misschien alleen dit: We kennen God, Zijn oordeel en tuchtiging zijn erg heftig. Zijn woorden zijn erg streng, ze zijn rechtvaardig en majestueus, en de mens kan ze niet overtreden.” Maar leveren ze de mens uiteindelijk iets op? Wat is hun effect op mensen? Weet je echt dat dit werk goed is? Kunnen Gods oordeel en tuchtiging jouw gezindheid openbaren? Kunnen ze jouw ongehoorzaamheid openbaren? Kunnen ze die dingen in jou verdrijven? Wat zou er van je terechtkomen zonder het oordeel en de tuchtiging van God? Weet je wel echt hoe verdorven je door Satan bent? Jullie moeten jezelf met dit alles vandaag toerusten en er kennis van hebben.

Het is nu niet de tijd voor het soort geloof in God dat in je verbeelding bestaat. Het is niet zo dat je alleen Gods woorden moet lezen, bidden, zingen, dansen, je plicht doen en een normaal mensenleven leiden … Kunnen dingen zo eenvoudig zijn? Het draait om het effect — niet om hoeveel dingen je doet, maar hoe je feitelijk het beste effect kunt bereiken. Je kunt misschien wat kennis spuien met een boek in je hand, maar leg je het neer, dan weet je niets; je kunt alleen woorden en leerstelligheden uiten, zonder de kennis uit ervaring. Je moet vandaag vatten waar het om draait — dit is een cruciaal aspect van de realiteit binnengaan! Doe allereerst de volgende training: lees eerst Gods woorden — krijg vat op de geestelijke termen erin, zoek de kernvisies erin, stel de aspecten van het pad van de praktijk vast en voeg ze allemaal samen. Let op ze allemaal en ga erin op tijdens je ervaringen. Dit zijn de kernzaken die je moet vatten. Een van de meest cruciale praktijken in verband met het eten en drinken van Gods woorden is na het lezen van een van Gods uitspraken de kernelementen kunnen vinden inzake visies en inzake praktische beoefening, met visies als de basis en praktische beoefening als de leidraad in je leven. Daarin schieten jullie nog het meeste tekort en dit is ook het grootste probleem bij jullie — in jullie hart schenken jullie er zelden aandacht aan. Jullie zijn allemaal in de volgende toestand: lui, ongemotiveerd, niet bereid om een prijs te betalen of passief aan het afwachten. Sommige mensen klagen zelfs; ze begrijpen de oogmerken en betekenis van Gods werk niet en het is moeilijk voor hen om de waarheid na te streven. Zulke mensen hebben een hekel aan de waarheid en zullen uiteindelijk geëlimineerd worden. Niemand van hen kan vervolmaakt worden en niemand zal gespaard worden. Als mensen niet zelf enig voornemen hebben om de invloed van Satan te weerstaan, valt er niets voor hen te doen!

De effectiviteit van jullie streven wordt gemeten op basis van jullie huidige streven en op wat jullie momenteel bezitten. Hiermee wordt jullie einde vastgesteld, wat wil zeggen: jullie einde blijkt uit de prijs die jullie betaald hebben en de dingen die jullie gedaan hebben. Jullie einde komt aan het licht door jullie streven, jullie geloof en wat jullie gedaan hebben. Velen onder jullie zijn al niet meer te redden — want vandaag komt het einde van mensen aan het licht. Ik ga niet dwaas te werk en leidt mensen die niet gered kunnen worden niet het volgende tijdperk in. Mijn werk zal ooit voltooid zijn. Ik ga niet werken met die stinkende, geesteloze lijken die niet gered kunnen worden; het zijn heden de laatste dagen van redding van de mens en ik ga geen werk doen dat zinloos is. Ga niet tegen hemel en aarde tekeer — het einde van de wereld komt eraan en het is onvermijdelijk; dingen zijn tot dit punt gekomen en als mens kun je er niets tegen doen, je kunt ze niet naar je hand zetten. Gisteren betaalde je geen prijs in je streven en was je niet trouw. De tijd is vandaag aangebroken dat je niet meer te redden bent en morgen zul je geëlimineerd worden. Er is geen speelruimte meer om je nog te redden. Ook al is mijn hart verzacht en doe ik mijn best om je te redden, wat heb ik er dan verder mee te maken als je er zelf geen moeite voor doet of er ook maar bij stilstaat? Mensen die alleen aan hun vlees denken en van gemak houden, mensen met een tweeslachtig geloof, mensen die zich inlaten met hekserij en genezing door tovenarij, mensen die overspelig, haveloos en slonzig zijn, mensen die offers aan Jehova en Zijn bezittingen stelen, mensen die zich graag laten omkopen, mensen die tevergeefs dromen van de hemel, mensen die arrogant en verwaand zijn en alleen naar eigen roem en rijkdom streven, mensen die onbeschaamde woorden spreken, mensen die lasteren tegen God Zelf, mensen die God alleen oordelen en verguizen, mensen die met anderen samenspannen en onafhankelijk proberen te worden, mensen die zichzelf boven God verheffen, frivole mensen, jonge en oude mannen en vrouwen, en mannen en vrouwen van middelbare leeftijd die in ondeugd verstrikt zijn, mannen en vrouwen die roem en rijkdom genieten en naar status streven onder anderen, mensen die onbekeerlijk en verstrikt in zonde zijn — zijn zij allen niet meer te redden? Losbandigheid, zondigheid, genezing door tovenarij, hekserij, godslastering en onbeschaamde woorden hebben vrij spel onder jullie, de woorden van waarheid en leven lopen jullie onder de voet en de heilige taal ontheiligen jullie. Jullie heidenvolken, opgeblazen met vuil en ongehoorzaamheid! Waar gaan jullie eindigen? Hoe durven mensen die het vlees liefhebben, die slechte daden van het vlees doen en die verstrikt zijn in losbandigheid te blijven leven? Weet je niet dat mensen zoals jullie maden zijn die niet meer gered kunnen worden? Wat voor recht hebben jullie om dit en dat te eisen? Tot op heden is er geen greintje verandering opgetreden in mensen die de waarheid niet liefhebben en alleen het vlees liefhebben — hoe kunnen zulke mensen dan gered worden? Zijn zelfs vandaag de mensen die de weg van het leven niet liefhebben, die God niet verheerlijken en niet over Hem getuigen, die hun eigen status slinks willen opvijzelen, die zichzelf op de borst kloppen niet nog steeds net zo? Wat heeft hun redding voor waarde? Of je gered kunt worden, hangt niet af van je kwalificaties of hoeveel jaar je gewerkt hebt en nog minder van het aantal geloofsbrieven dat je hebt. Dat hangt af van het feit of je streven enig effect heeft gehad. Je moet weten dat de mensen die gered worden de bomen zijn die vruchten voortbrengen, niet de bomen met weelderige bladeren en volop bloemen die echter geen vruchten voortbrengen. Het maakt niet uit ook al heb je jaren op straat gezworven. Waar is je getuigenis? Je eerbied voor God is veel minder dan je liefde voor jezelf en je wellustige verlangens — is zo iemand niet ontaard? Hoe kun je dan een voorbeeld en model van redding zijn? Je natuur is onveranderlijk, je bent te opstandig, je kunt niet gered worden! Zullen zulke mensen niet geëlimineerd worden? Is de tijd wanneer mijn werk voltooid wordt niet de tijd wanneer je laatste dag zal zijn aangebroken? Ik heb zoveel werk gedaan en zoveel woorden onder jullie gesproken — hoeveel heb je ervan opgenomen? Hoeveel heb je er ooit van gehoorzaamd? Wanneer mijn werk is voltooid, zul je je ook niet meer tegen mij verzetten en tegen mij opstaan. Tijdens mijn werk keer je je altijd tegen mij, je volgt mijn woorden nooit op. Ik doe mijn werk en jij doet je eigen werk, je creëert je eigen koninkrijkje — jullie vossen en honden, alles wat jullie doen is tegen mij! Jullie proberen altijd alleen maar mensen te omarmen die van jullie houden — waar is jullie eerbied? Alles wat jullie doen, is bedrieglijk! Jullie kennen geen gehoorzaamheid of eerbied, alles wat jullie doen, is bedrieglijk en godslasterlijk! Kunnen zulke mensen gered worden? Seksueel immorele, wellustige mannen willen die koketterende hoeren altijd tot zich trekken voor hun eigen geneugten. Ik zal zulke seksueel immorele demonen niet redden, ik haat jullie vuile demonen, jullie wellust en koketterie hebben jullie in de hel doen belanden — wat hebben jullie ter verdediging aan te voeren? Jullie vuile demonen en boze geesten zijn zo verschrikkelijk! Jullie zijn zo weerzinwekkend! Hoe kan zulk tuig gered worden? Kunnen mensen die verstrikt zijn in zonde nog gered worden? Deze waarheden, deze weg en dit leven trekken jullie niet aan; jullie worden aangetrokken door zondigheid, geld, status, roem en winst, de geneugten van het vlees, de knapheid van mannen en koketterie van vrouwen. Wat voor recht hebben jullie om mijn koninkrijk binnen te gaan? Jullie beeld is nog groter dan God, jullie status is hoger dan God, om maar te zwijgen over jullie prestige onder de mensen — jullie zijn een afgod geworden die mensen aanbidden. Ben je geen aartsengel geworden? Wanneer het einde van de mensen wordt geopenbaard, dat is ook wanneer het heilswerk ten einde loopt, zullen velen van jullie een lijk zijn dat niet meer te redden is en geëlimineerd moet worden. Tijdens het heilswerk ben ik vriendelijk en goed jegens alle mensen. Wanneer het werk wordt voltooid, komt het einde van verschillende soorten mensen aan het licht en dan zal ik niet vriendelijk en goed zijn, want het einde van mensen is dan geopenbaard, ieder zal naar soort zijn ingedeeld en meer heilswerk zal dan geen zin meer hebben. Het is zuiver omdat het tijdperk van redding voorbij zal zijn; aangezien het voorbij zal zijn, zal het niet terugkeren.

Reactie schrijven

Commentaren: 0